Al bij het opstellen van de BFHI documenten, decennia geleden, wist men dat moeders en hun pasgeboren kinderen dicht bij elkaar horen. Recentere onderzoeken (zie eerdere nieuwsflitsen met #huidcontact, #bed-sharing, #co-sleeping, #KMC) blijven dat inzicht bevestigen en benadrukken: hoe dichter moeder en kind bij elkaar zijn en hoe minder die nabijheid wordt verstoord of onderbroken, hoe beter het met moeder, kind en borstvoeding gaat. Voor moeder werken de hormonen beter en herstelt zij sneller van de bevalling. Baby staat minder bloot aan infecties, geniet meer immunologisch bescherming van zijn moeder en zijn lichaamsfuncties (hartslag, ademhaling, bloeddruk, zuurstofsaturatie en temperatuur) blijven goed zonder dat hem dat energie kost en de borstvoeding komt makkelijker, beter en sneller op gang. Voor de gezonde pasgborene en zijn moeder zijn er eigenlijk gen redenen om ze verder dan een armlengte afstand van elkaar te houden en ook voor veel kinderen die extra zorg nodig hebben geldt hetzelfde.
WHO: Evidence for the Ten Steps to Successful Breastfeeding. World Health Organization, Geneva, 1998
WHO: Evidence for the Ten Steps to Successful Breastfeeding. World Health Organization, Geneva, 1998