De vijfde stap is het leren aan moeders hoe ze hun kind kunnen aanleggen, hoe borstvoeding werkt en hoe ze voor een goede en blijvende melkproductie kunnen zorgen, ook als hun kind van ze gescheiden moet worden. Volgens vuistregel 7 blijven kinderen altijd dicht bij hun moeder, maar er kunnen redenen zijn waardoor het noodzakelijk kan zijn dat moeder en kind niet bij elkaar zijn. Moeders leren hoe borstvoeding werkt is belangrijk om te voorkomen dat zij voortijdig stoppen. Volgens onderzoek van TNO (2007) zijn de meest genoemde redenen om eerder dan gepland te stoppen ''niet genoeg melk'' en ''borstvoeding doet pijn''. Door goede instructie en goed borstvoeding beleid zijn deze twee belangrijke problemen voor het overgrote deel te voorkomen.
Lanting CI, van Wouwe JP: (2007) Redenen en motieven om te starten en te stoppen met borstvoeding. TNO-rapport KvL/P&Z 2007.105 iov Voedingscentrum. Projectnummer 011.60345/01.01
Lanting CI, van Wouwe JP: (2007) Redenen en motieven om te starten en te stoppen met borstvoeding. TNO-rapport KvL/P&Z 2007.105 iov Voedingscentrum. Projectnummer 011.60345/01.01
Basis van Borstvoeding (Eurolac)
Aanleggen en succesvol borstvoeding geven (Kenniscentrum Borstvoeding)