Robot 12-4-2013, en als als Mrs Doubtfire in
Onvoldoende (2-5-2013)
In de ze aflevering van de zomerspecial ‘’In de herhaling’’ gaan we dubbel in de herhaling, met niet alleen een foto collage, maar ook met verwijzingen naar de blogjes waarin hij al eerder voor de verfraaiing zorgde, en een serie oude blogjes uit 2010. Een hommage aan een zeer veelzijdig acteur, die zowel komische rollen als serieuze klassieke rollen aankan. De keuze van herhalingen is net zo veelzijdig. Borstvoeding is net zo veelzijdig.
Onnodige vroeggeboortes en ondervoed geboren kinderen door roken en drinken tijdens de zwangerschap.en
In opdracht van het ministerie van VWS en STIVORO analyseerde TNO de gegevens van de Peilingen Borstvoeding uitgevoerd tussen 2001 en 2008. In totaal hebben 15.000 aanstaande moeders een vragenlijst ingevuld. Van de ongeveer 180.000 jaarlijks in Nederland geboren kinderen worden er 660 extreme vroeggeboortes (<28 weken zwangerschap). Een derde hiervan wordt direct veroorzaakt door roken tijdens de zwangerschap. Daarnaast drinken rokende moeders twee keer zo vaak overmatig alcohol (> 6 glazen per gelegenheid). En van rokende moeders begint 38% direct met kunstvoeding, dat is dubbel zo veel als bij niet-rokende moeders.
Volgens kinderarts en TNO-onderzoeker Ko van Wouwe beginnen hierdoor teveel kinderen met een viervoudige achterstand: ze zijn ondervoed, extreem te vroeg geboren, blootgesteld aan overmatig alcoholgebruik en ze missen de voordelen van borstvoeding.
(17-8-2010)
Gespecialiseerde zorg voorkomt PPDen
Hoofdonderzoeker Brugha van het grote PonDER onderzoek in Trent, Engeland en zijn team keken naar de effecten van bezoeken van gespecialiseerde wijkverpleegkundigen op het voorkomen van postnatale depressie (PPD). Bij aanvang van de studie vertoonden geen van de vrouwen die meededen aan het onderzoek tekenen van PPD. Een derde deel van de groep kreeg standaard zorg en twee derde kreeg regelmatig bezoek van een speciaal getrainde wijkverpleegkundige. Als de verpleegkundige signalen opving dat de vrouw mogelijk een PPD had of zou krijgen kon zij kiezen uit een paar opties om de vrouw te behandelen. Er waren duidelijke verschillen in het vóórkomen van PPD op 6 maanden, hoewel de verschillen niet stabiel waren. Toch denken de onderzoekers dat het inzetten van gespecialiseerde wijkverpleegkundigen een kosten-effectieve manier is om PPD te voorkomen.
(18-8-2010)
Borstvoeding vs kunstvoeding: BMI, gezondheid, voedsel variatieen
Twee volledig los van elkaar staande onderzoeken (1 in Noord Carolina, USA en 1 in IJsland/Denemarken) probeerden het inzicht in het verband tussen zuigelingenvoeding, gewicht en gezondheid te vergroten. Gunnarsdottir cs bekeken in IJsland en Denemarken kinderen die meer of minder dan 2 maanden exclusief borstvoeding hadden gekregen en vonden in Denemarken sterker dan in IJsland een link tussen korter exclusief borstvoeding en een hogere BMI op 6 en 12 maanden. Ze concluderen dat levensstijl en het soort vast voedsel waarschijnlijk een bijna even grote rol spelen in het gewichtsverloop dan alleen de soort melkvoeding.
Het onderzoek van Strong&Strong e.a. was curieuzer: zorgt het gevarieerde smaakaanbod via moedermelk voor een grotere variatie in groente en fruit consumptie bij 2-3 jarigen? was hun onderzoeksvraag. De uitkomsten waren dat hoger opgeleide moeders gemiddeld een lager BMI hadden en meer borstvoeding gaven en dat hun kinderen meer gevarieerd groenten en fruit aten. Hieruit concludeerden zij dat borstvoeding geen invloed heeft op de smaakontwikkeling. Curieus hoe je cijfers kunt laten zeggen wat je wilt.
(19-8-2010)
Moeder met eetstoornissen: kind met voedingsproblemen?
Twee onderzoeksteams keken naar een eventuele relatie tussen eetstoornissen van de moeder en het gewicht en de ontwikkeling van hun kinderen. Stein et al keken vanuit de psychologie van de moeder terwijl Micali et al het perspectief van de kindergeneeskunde namen. Beide komen tot de conclusie dat moeders met bijvoorbeeld anorexia nervosa kinderen baren die vaker (te) vroeg en/of (te) klein zijn. Ook hun groei in het eerste jaar kan minder zijn. Stein vond dat moeders met een anorexia verleden wel heel realistische inschattingen maken van het gewicht van hun kind en dat de mindere groei geen gevolg is van hun eigen gewichtsobsessie. Micali vond dat kinderen van moeders met boulimie wel en groter risico van overgewicht hadden en dat kinderen van moeders met ander psychiatrische aandoeningen vaker voedingsproblemen hadden.
(20-8-2010)
Een ongeluk komt nooit alleen, of de wet van Murphy, maar als er iets fout gaat, volgt er vaak ook nog een volgende en een volgende. Zoals de kindjes van rokende zwangeren, die ook vaak meer alcohol gebruiken, beide redenen om te vroeg en/of te klein geboren te worden, en die dan ook nog kunstvoeding krijgen, want statistisch gezien kiezen rokende en drinkende moeders vaker voor kunstvoeding. Van Wouwe bedoelt natuurlijk niet te zeggen dat die kindjes de voordelen van borstvoeding missen, maar dat ze de bescherming ervan missen, of dat ze worden blootgesteld aan de risico’s van geen borstvoeding.
Als er voor de risico’s die deze kindjes lopen een vaccin zou zijn, zouden hemel en aarde worden bewogen om iedere zwangere of pasgeboren baby dat vaccin te geven. Maar nu komen we niet verder dan het halfslachtig adviseren niet te roken en drinken en nog halfslachtiger om borstvoeding te geven. Zonder gedegen financiële en daadwerkelijke ondersteuning om die adviezen ook uitvoerbaar te maken. Want ja, stoppen met roken en drinken en geen kunstvoeding geven zijn om te beginnen vrije levensstijl keuzes, maar die worden vooral gevoeld in de portemonnees van de grootindustrieën daarachter, met hun machtige lobby’s in Den Haag en Brussel. En bedenk eens wat de overheden mislopen aan belastingen en accijnzen als niemand meer rookt, drinkt en kunstvoeding geeft. Dat de tot astronomische hoogten stijgende kosten voor de volksgezondheid daarvan een gevolg zijn, wordt even over het hoofd gezien.
Het Britse onderzoek naar het effect van meer gefocuste menselijke aandacht op het ontstaan en verloop van depressieve klachten hoeft natuurlijk geen verbazing te wekken. In culturen waar kraamvrouwen in de watten worden gelegd, waar ze worden gekoesterd en gevierd in hun nieuwe moederschap, komt postpartumdepressie veel minder voor (Kendall Tackett, 2010). Menselijke aandacht en waardering is een prima preventief en curatief medicijn. Op het punt van psychische stoornissen bij moeders spreken ook de onderzoeken naar moeders met eetstoornissen en de invloed daarvan op hun kinderen duidelijke taal. Hoe de moeder denkt over eten, en hoe zij daar emotioneel mee omgaat, heeft invloed op wat haar kind eet en hoe het kind met voeding en eten omgaat. Opvallend is de uitkomst dat moeders met anorexia, met hun volkomen onrealistische kijk op hun eigen lichaamsgewicht, wel een duidelijk beeld van het gewicht van hun kind hebben. De mindere groei van hun zuigelingen wanneer ze borstvoeding krijgen kan een gevolg zijn van hun voedingsstatus, waardoor hun melk onvoldoende voedingswaarde kan hebben of simpelweg niet voldoende wordt aangemaakt.
A. Stein, L. Murray, P. Cooper, C. G. Fairburn (1996). Infant growth in the context of maternal eating disorders and maternal depression: a comparative study. Psychological Medicine, 26 , pp 569-574
Micali N; Simonoff E; Treasure J: Infant feeding and weight in the first year of life in babies of women with eating disorders. J Pediatr. 2009; 154(1):55-60.e1 (ISSN: 1097-6833)
Gunnarsdottir I, Schack-Nielsen L, Fleischer Michaelsen K, Sørensen T, Thorsdottir I: Infant weight gain, duration of exclusive breast-feeding and childhood BMI ? two similar follow-up cohorts. Public Health Nutrition(2010), 13:201-207
Strong LCA, Strong E, West D, Brouwer R, Ostbye T, Lovelady C: Relationship of early infant feeding (breast vs. formula) and fruit and vegetable variety in dietary intake of 2–3 year olds. FASEB J. 24: 556.16
Morrell J, Warner R, Slade P, Dixon S, Paley S, Walters G, Brugha T. (2009) Psychological interventions for postnatal depression: cluster randomised trial and economic evaluation. The PoNDER trial. Health Technology Assessment Journal, 13 (30).
Lanting CI, Buitendijk SE, Crone MR, Segaar D, Bennebroek Gravenhorst J, et al. 2009 Clustering of Socioeconomic, Behavioural, and Neonatal Risk Factors for Infant Health in Pregnant Smokers. PLoS ONE 4(12): e8363.
Kendall-Tackett, K.A. (2010). How other cultures prevent postpartum depression: Social structures that protect new mothers. BestThinking.com