Foto: Problemen met de voedselveiligheid in Fawlty Towers: S2 E6 Basil the Rat (25 Oct. 1979) met John Cleese als Basil Fawlty.
Man-man is me dat even smullen. Ik kreeg een artikel toegestuurd door een trouwe lezer over onderzoek. Naar moedermelk. Naar de speciaalheid van moedermelk. Meer bepaald de speciaalheid van de suikers erin. Wel 200 of meer verschillende soorten suiker zitten er in. Maar het echte smullen komt pas bij de zinsnede: ‘’[…] ziet uitgelezen mogelijkheden voor innovatief onderzoek. Zodat flesvoeding op basis van koemelk in de toekomst meer op moedermelk kan gaan lijken.’’ De verborgen agenda opengeslagen neergelegd. De onderzoeker wie in het artikel wordt geciteerd is Lubbert Dijkhuizen van de RUG. Rijks Universiteit Groningen. Dat doet een belletje rinkelen waar ik een reactie op krijg als de hondjes van Pavlov op hun etensbel. Ik begin haast te kwijlen van de voorpret voor de smulpartij die daaruit komt, want Groningen, dat is toch waar ook die andere dokter, die zure, vandaan komt die moedermelk onderzoekt? Ja, ja, smullen dus. En wat is meneer Dijkhuizen nog meer? Directeur van het Carbohydrate Competence Center (CCC)*, een onderzoekscentrum voor koolhydraten. Zwaar gesubsidieerd door stad en provincie Groningen, de provincies Drenthe en Friesland en het ministerie van E, L & I en Europa; de Universiteiten van Groningen, Utrecht en Wageningen werken ook mee, evenals TNO. En de industrie. Volkomen niet interfererend met de onderzoeksopzetten en uitkomsten, hoor, haast Dijkhuizen zich de lezer te verzekeren. Ja, die kennen we. Dat is een bekend hapje, maar het blijft smullen.
Welke industrieën eraan meedoen? Ik zie wat agrarische koepels en aardappel- en graanverwerkers. Dat is overduidelijk, want daar komen de meeste zetmelen vandaan natuurlijk en die zijn belangrijk voor de economie van de noordelijke provincies. En bio-engineering specialisten, ook logisch als je op vierkante micrometer wil gaan onderzoeken. Ach, en kijk, daar hebben we DSM ook, Dutch State Mines, die al lang niks meer met steenkoolmijnen te maken heeft, maar vooral met aardolie en daarvan afgeleide producten. En voedingscomponenten. Die combinatie heb ik altijd curieus gevonden. Dezelfde fabriek die de plastickorreltjes maakt voor petflessen, maakt ook voedingssupplementen. Nou, ja stof voor een ander verhaaltje. Maar, kijk, ja daar, zie je wel. Ik wist het. Vriend N is ook. Diezelfde vriend N van gisteren: Nutricia, maar nu noemt hij zich meneer Danone, dat mag, mensen gebruiken wel eens andere naam, als ze even niet willen lijken te zijn wie ze zijn. En hij heeft zijn vriend Friesland-Campina meegenomen. Da’s een sjieke, hoor, die heeft een dubbele naam. U ziet me toch wel zitten smullen, hier, he. Likkebaardend lekker is dit en dan ben ik nog niet eens echt aan het artikel begonnen.
Die rest gaat over wat er allemaal aan die koolhydraten te onderzoeken is: hoe ze eruit zien, hoe ze opgebouwd zijn, wat er allemaal aan kan hangen en aan kan gehangen worden, wat het in kinderen doet via de voeding en hoe je het kan namaken om aan andere melk toe te voegen. En hoe geweldig al dat onderzoek economisch gezien is voor de meewerkende industrieën en bedrijven, en voor de noodlijdende noordelijke provincies, niet te vergeten. En hoe grandioos het is dat al die industrieën nog betere namaaksels voor moedermelk en andere fantasiedrankjes kunnen gaan maken. Want, ja, wat moet je anders met die melkplas van al die Friese koeien en al die aardappels van de Groningse boeren (Drentse heide en schapen worden niet genoemd, maar daar valt waarschijnlijk niet tegenop te innoveren, Drenthe blijft rustiek , daar is heus ook wel een markt voor**).
En, ach, kijk nou toch, hoe schattig: ze zijn alweer met die GOS-FOS dingetjes aan de gang gegaan, diezelfde die eerder al min of meer niet werkten in de kunstvoeding van de heren N en F-C. Maar het houdt ze van de straat, hè, zijn ze toch lekker bezig, dus laten we ze maar niet wijzer maken. Kijk, er kan weer een hele generatie studenten op afstuderen en het geeft een boel werkgelegenheid. Dat is ook best wat waard. Dat namaken van moedermelk, tja dat gaat ze niet lukken natuurlijk, want behalve al die honderden soorten suikers zitten er nog evenveel soorten vetzuren en eiwitten en eiwitverbindingen in. En dan hebben we het nog niet gehad over de levende cellen en de proactieve verdediging tegen pathogenen. Van die pathogenenvreters die gewoon smullen van de ene smerige bacterie na het andere stiekeme virus. Man-man is me dat smullen in die babydarmen.
Maar even alle gekheid op een stokje: als dat geld, al die inzet, al die energie, afstuderende studenten, en besturende overheden zouden toch eigenlijk beter kunnen worden gestoken in echt onderzoek naar borstvoeding en moedermelk, in educatie van zorgverleners zodat zij moeders en baby’s werkelijk adequaat kunnen helpen bij die gezonde start. Zonder die walgelijke nepdrankjes, superfoods en lachwekkend inadequate namaaksels. Daar zitten ook werkgelegenheid en afstudeermogeijkheden in. En denk eens aan al die innovativiteit van al die slimme, exclusief borstgevoede baby’s in de volgende generatie. Dat wordt puur smullen. Die hebben geen opgepepte kunstvoeding nodig als baby en geen opgepepte yoghurtjes voor de darmen later, geen gedoe met gemalen kippenlevers en ook geen opgepepte yoghurtjes voor de hersenen als ze ouder zijn.
*) Partners CCC
Man-man is me dat even smullen. Ik kreeg een artikel toegestuurd door een trouwe lezer over onderzoek. Naar moedermelk. Naar de speciaalheid van moedermelk. Meer bepaald de speciaalheid van de suikers erin. Wel 200 of meer verschillende soorten suiker zitten er in. Maar het echte smullen komt pas bij de zinsnede: ‘’[…] ziet uitgelezen mogelijkheden voor innovatief onderzoek. Zodat flesvoeding op basis van koemelk in de toekomst meer op moedermelk kan gaan lijken.’’ De verborgen agenda opengeslagen neergelegd. De onderzoeker wie in het artikel wordt geciteerd is Lubbert Dijkhuizen van de RUG. Rijks Universiteit Groningen. Dat doet een belletje rinkelen waar ik een reactie op krijg als de hondjes van Pavlov op hun etensbel. Ik begin haast te kwijlen van de voorpret voor de smulpartij die daaruit komt, want Groningen, dat is toch waar ook die andere dokter, die zure, vandaan komt die moedermelk onderzoekt? Ja, ja, smullen dus. En wat is meneer Dijkhuizen nog meer? Directeur van het Carbohydrate Competence Center (CCC)*, een onderzoekscentrum voor koolhydraten. Zwaar gesubsidieerd door stad en provincie Groningen, de provincies Drenthe en Friesland en het ministerie van E, L & I en Europa; de Universiteiten van Groningen, Utrecht en Wageningen werken ook mee, evenals TNO. En de industrie. Volkomen niet interfererend met de onderzoeksopzetten en uitkomsten, hoor, haast Dijkhuizen zich de lezer te verzekeren. Ja, die kennen we. Dat is een bekend hapje, maar het blijft smullen.
Welke industrieën eraan meedoen? Ik zie wat agrarische koepels en aardappel- en graanverwerkers. Dat is overduidelijk, want daar komen de meeste zetmelen vandaan natuurlijk en die zijn belangrijk voor de economie van de noordelijke provincies. En bio-engineering specialisten, ook logisch als je op vierkante micrometer wil gaan onderzoeken. Ach, en kijk, daar hebben we DSM ook, Dutch State Mines, die al lang niks meer met steenkoolmijnen te maken heeft, maar vooral met aardolie en daarvan afgeleide producten. En voedingscomponenten. Die combinatie heb ik altijd curieus gevonden. Dezelfde fabriek die de plastickorreltjes maakt voor petflessen, maakt ook voedingssupplementen. Nou, ja stof voor een ander verhaaltje. Maar, kijk, ja daar, zie je wel. Ik wist het. Vriend N is ook. Diezelfde vriend N van gisteren: Nutricia, maar nu noemt hij zich meneer Danone, dat mag, mensen gebruiken wel eens andere naam, als ze even niet willen lijken te zijn wie ze zijn. En hij heeft zijn vriend Friesland-Campina meegenomen. Da’s een sjieke, hoor, die heeft een dubbele naam. U ziet me toch wel zitten smullen, hier, he. Likkebaardend lekker is dit en dan ben ik nog niet eens echt aan het artikel begonnen.
Die rest gaat over wat er allemaal aan die koolhydraten te onderzoeken is: hoe ze eruit zien, hoe ze opgebouwd zijn, wat er allemaal aan kan hangen en aan kan gehangen worden, wat het in kinderen doet via de voeding en hoe je het kan namaken om aan andere melk toe te voegen. En hoe geweldig al dat onderzoek economisch gezien is voor de meewerkende industrieën en bedrijven, en voor de noodlijdende noordelijke provincies, niet te vergeten. En hoe grandioos het is dat al die industrieën nog betere namaaksels voor moedermelk en andere fantasiedrankjes kunnen gaan maken. Want, ja, wat moet je anders met die melkplas van al die Friese koeien en al die aardappels van de Groningse boeren (Drentse heide en schapen worden niet genoemd, maar daar valt waarschijnlijk niet tegenop te innoveren, Drenthe blijft rustiek , daar is heus ook wel een markt voor**).
En, ach, kijk nou toch, hoe schattig: ze zijn alweer met die GOS-FOS dingetjes aan de gang gegaan, diezelfde die eerder al min of meer niet werkten in de kunstvoeding van de heren N en F-C. Maar het houdt ze van de straat, hè, zijn ze toch lekker bezig, dus laten we ze maar niet wijzer maken. Kijk, er kan weer een hele generatie studenten op afstuderen en het geeft een boel werkgelegenheid. Dat is ook best wat waard. Dat namaken van moedermelk, tja dat gaat ze niet lukken natuurlijk, want behalve al die honderden soorten suikers zitten er nog evenveel soorten vetzuren en eiwitten en eiwitverbindingen in. En dan hebben we het nog niet gehad over de levende cellen en de proactieve verdediging tegen pathogenen. Van die pathogenenvreters die gewoon smullen van de ene smerige bacterie na het andere stiekeme virus. Man-man is me dat smullen in die babydarmen.
Maar even alle gekheid op een stokje: als dat geld, al die inzet, al die energie, afstuderende studenten, en besturende overheden zouden toch eigenlijk beter kunnen worden gestoken in echt onderzoek naar borstvoeding en moedermelk, in educatie van zorgverleners zodat zij moeders en baby’s werkelijk adequaat kunnen helpen bij die gezonde start. Zonder die walgelijke nepdrankjes, superfoods en lachwekkend inadequate namaaksels. Daar zitten ook werkgelegenheid en afstudeermogeijkheden in. En denk eens aan al die innovativiteit van al die slimme, exclusief borstgevoede baby’s in de volgende generatie. Dat wordt puur smullen. Die hebben geen opgepepte kunstvoeding nodig als baby en geen opgepepte yoghurtjes voor de darmen later, geen gedoe met gemalen kippenlevers en ook geen opgepepte yoghurtjes voor de hersenen als ze ouder zijn.
*) Partners CCC
**) Daniël Lohues een ode aan rustiek Drenthe met het lied Beste Koningin in Pauw&Witteman 10-04-2013