Foto: Een scene uit Star Trek: The Next Generation (S1, E21): Symbiosis waarin de bewoners van twee buur-planeten meer in symbiose moeten leren leven.
Een moeder en haar ongeboren kind zijn een symbiotische eenheid. Ze leven samen en delen hun bronnen tot beider voordeel. Soms wordt een ongeboren kind ook een parasiet genoemd. Een parasiet is een organisme dat leeft in of op een gastheer (of –vrouw) en de bronnen van de gastheer gebruikt voor eigen voordeel en ten nadele van de gastheer. Een ongeboren kind leeft niet ten koste van zijn moeder, maar gebruikt wel haar bronnen. In ruil daarvoor zorgt hij ervoor dat het lichaam van de moeder efficiënter werkt en stelt hij het voortbestaan van de soort veilig. Dat systeem gaat ook nog een poosje verder wanneer het kind is geboren. In plaats van in elkaar, leven de symbioten* moeder en kind dan tegen elkaar en gebruiken dezelfde bronnen om zichzelf en elkaar te onderhouden. Moeder en kind hebben elkaar en elkaars nabijheid hard nodig. Net als bij echte symbioten maak je waarschijnlijk bij beiden iets kapot als je ze uit elkaar haalt.
Het van elkaar losmaken van een moeder en haar kind is een proces dat maanden duurt en heel, heel geleidelijk en omzichtig moet gebeuren. Het begin van het losmaken is wanneer een kind zijn ogen open doet en voorbij zijn moeder kan kijken. We zijn dan inmiddels een drie-vier maanden voorbij zijn geboorte en het kind heeft in die tijd zijn geboortegewicht verdubbeld en een stevig basisnetwerk van synapsen (zenuwverbindingen) in zijn hersenen gelegd. Het kind wordt alerter naar de buitenwereld, ziet en merkt op dat daar nog een hele wereld is buiten de eenheid van zijn symbiose. Ook moeder begint haar ogen nu wat meer naar buiten te richten en kan zich weer enigszins concentreren op wat buiten haar moeder-kind-cocon gebeurt. Maar dit beleven van de buitenwereld gebeurt voor zowel moeder als kind nog bij voorkeur vanuit de veiligheid van het samenzijn.
Weer een drie maanden verder, als het kind een half jaar oud is, begint de tweede stap in de losmaking door de groeiende interesse in ander voedsel dan moedermelk. En de groeiende interesse in het in de mond stoppen van andere dingen dan de borst van zijn moeder en zijn eigen bereikbare lichaamsdelen. Moeder en kind zijn er nu ook aan toe om nu en dan eens bij elkaar in de buurt te zijn zonder elkaar aan te raken. Tot dan toe was de wederkerige invloed en regulatie van elkaars zenuwstelsel, hormoonsysteem en metabolisme nog zo belangrijk dat een fysieke scheiding bij beide tot onrust leidde. Bij de baby in direct herkenbare onrust en stressverschijnselen. Bij moeders worden onder culturele invloeden deze onrustverschijnselen vrij eenvoudig onderdrukt of omgeleid en anders geïnterpreteerd.
Weer een maand of drie later is er een tweede ontwaken van het bewustzijn van het kind. Halverwege het tweede halve levensjaar ontdekt een kind dat er niet alleen een wereld vol met entiteiten is buiten de symbiose, maar dat zijn moeder en hij in feite ook twee entiteiten zijn. Dat is iets dat onderzocht en ge-experimenteerd moet worden en tegelijkertijd heel erg eng is. Het is ook niet zomaar iets, je te realiseren dat de helft van je wezen een ander wezen is. Hoe kun je Ik en Jij maken van Wij als je het wij nog niet kunt benoemen? Want er zijn nog geen woorden voor al die begrippen op deze leeftijd. Expansiedrift en ultieme aanhankelijkheid tekenen deze fase, die bekend is ‘’eenkennigheidsfase’’. Een betere naam zou zijn ‘’tweekennigheidsfase’’. Moeders lijf begint rond deze tijd weer te lijken op dat van voor de zwangerschap en het van haar lichaam af bewegen van haar kind komt haar nu goed uit. Maar niet te lang, want dat is nog erg onwennig.
In de volgende fase van negen maanden gaat het hard: kind gaat kruipen, staan en lopen, en leert communiceren met woorden en taal. De expansie gaat verder en de periodes los van moeder worden langer en meer ander eten gaat borstvoeding vervangen. Maar na de expedities zijn moeders schoot en borst nog steeds de veilige haven waar alle nieuwe belevenissen en vaardigheden kunnen worden verwerkt; waar vergeten maaltijden kunnen worden ingehaald. Waar enge dromen in het donker van de nacht inderdaad alleen maar dromen blijken te zijn.
Na die negen maanden komt de derde grote mijlpaal in het ontwaken van het bewustzijn: het kind leert Ik, Jij en Wij herkennen, onderscheiden en benoemen. Het bewustzijn wordt zelfbewustzijn en hij kan zichzelf Ik noemen. Gelijk daarna komt Ik ben, Ik wil en vooral Ik wil niet. De enormiteit van deze ontdekkingen heeft de veilige haven nodig om bij te komen. Moeder, niet meer de andere helft van het symbiotische Wij, maar nog steeds de ankerplaats, de accu-oplader, de schuilhut. Nog steeds, en nog wel een tijdje langer, samen een beetje Eén.
*) Symbioot is een mooi woord in een hele verzameling woorden met de stam sym of syn. Al die woorden hebben iets te maken met bij, van, in of met elkaar: synergie, symmetrie, synapse, synchroon, sympathie, synoniem, symbool, synthese, symfonie, symposium.
Eurolac Flits! met label moeder-en-kind-nabijheid. Deze links leiden naar lijsten met bijdragen met deze labels. Klik op de plaatjes in de linkerzijbalk voor meer verhaaltjes.
Een moeder en haar ongeboren kind zijn een symbiotische eenheid. Ze leven samen en delen hun bronnen tot beider voordeel. Soms wordt een ongeboren kind ook een parasiet genoemd. Een parasiet is een organisme dat leeft in of op een gastheer (of –vrouw) en de bronnen van de gastheer gebruikt voor eigen voordeel en ten nadele van de gastheer. Een ongeboren kind leeft niet ten koste van zijn moeder, maar gebruikt wel haar bronnen. In ruil daarvoor zorgt hij ervoor dat het lichaam van de moeder efficiënter werkt en stelt hij het voortbestaan van de soort veilig. Dat systeem gaat ook nog een poosje verder wanneer het kind is geboren. In plaats van in elkaar, leven de symbioten* moeder en kind dan tegen elkaar en gebruiken dezelfde bronnen om zichzelf en elkaar te onderhouden. Moeder en kind hebben elkaar en elkaars nabijheid hard nodig. Net als bij echte symbioten maak je waarschijnlijk bij beiden iets kapot als je ze uit elkaar haalt.
Het van elkaar losmaken van een moeder en haar kind is een proces dat maanden duurt en heel, heel geleidelijk en omzichtig moet gebeuren. Het begin van het losmaken is wanneer een kind zijn ogen open doet en voorbij zijn moeder kan kijken. We zijn dan inmiddels een drie-vier maanden voorbij zijn geboorte en het kind heeft in die tijd zijn geboortegewicht verdubbeld en een stevig basisnetwerk van synapsen (zenuwverbindingen) in zijn hersenen gelegd. Het kind wordt alerter naar de buitenwereld, ziet en merkt op dat daar nog een hele wereld is buiten de eenheid van zijn symbiose. Ook moeder begint haar ogen nu wat meer naar buiten te richten en kan zich weer enigszins concentreren op wat buiten haar moeder-kind-cocon gebeurt. Maar dit beleven van de buitenwereld gebeurt voor zowel moeder als kind nog bij voorkeur vanuit de veiligheid van het samenzijn.
Weer een drie maanden verder, als het kind een half jaar oud is, begint de tweede stap in de losmaking door de groeiende interesse in ander voedsel dan moedermelk. En de groeiende interesse in het in de mond stoppen van andere dingen dan de borst van zijn moeder en zijn eigen bereikbare lichaamsdelen. Moeder en kind zijn er nu ook aan toe om nu en dan eens bij elkaar in de buurt te zijn zonder elkaar aan te raken. Tot dan toe was de wederkerige invloed en regulatie van elkaars zenuwstelsel, hormoonsysteem en metabolisme nog zo belangrijk dat een fysieke scheiding bij beide tot onrust leidde. Bij de baby in direct herkenbare onrust en stressverschijnselen. Bij moeders worden onder culturele invloeden deze onrustverschijnselen vrij eenvoudig onderdrukt of omgeleid en anders geïnterpreteerd.
Weer een maand of drie later is er een tweede ontwaken van het bewustzijn van het kind. Halverwege het tweede halve levensjaar ontdekt een kind dat er niet alleen een wereld vol met entiteiten is buiten de symbiose, maar dat zijn moeder en hij in feite ook twee entiteiten zijn. Dat is iets dat onderzocht en ge-experimenteerd moet worden en tegelijkertijd heel erg eng is. Het is ook niet zomaar iets, je te realiseren dat de helft van je wezen een ander wezen is. Hoe kun je Ik en Jij maken van Wij als je het wij nog niet kunt benoemen? Want er zijn nog geen woorden voor al die begrippen op deze leeftijd. Expansiedrift en ultieme aanhankelijkheid tekenen deze fase, die bekend is ‘’eenkennigheidsfase’’. Een betere naam zou zijn ‘’tweekennigheidsfase’’. Moeders lijf begint rond deze tijd weer te lijken op dat van voor de zwangerschap en het van haar lichaam af bewegen van haar kind komt haar nu goed uit. Maar niet te lang, want dat is nog erg onwennig.
In de volgende fase van negen maanden gaat het hard: kind gaat kruipen, staan en lopen, en leert communiceren met woorden en taal. De expansie gaat verder en de periodes los van moeder worden langer en meer ander eten gaat borstvoeding vervangen. Maar na de expedities zijn moeders schoot en borst nog steeds de veilige haven waar alle nieuwe belevenissen en vaardigheden kunnen worden verwerkt; waar vergeten maaltijden kunnen worden ingehaald. Waar enge dromen in het donker van de nacht inderdaad alleen maar dromen blijken te zijn.
Na die negen maanden komt de derde grote mijlpaal in het ontwaken van het bewustzijn: het kind leert Ik, Jij en Wij herkennen, onderscheiden en benoemen. Het bewustzijn wordt zelfbewustzijn en hij kan zichzelf Ik noemen. Gelijk daarna komt Ik ben, Ik wil en vooral Ik wil niet. De enormiteit van deze ontdekkingen heeft de veilige haven nodig om bij te komen. Moeder, niet meer de andere helft van het symbiotische Wij, maar nog steeds de ankerplaats, de accu-oplader, de schuilhut. Nog steeds, en nog wel een tijdje langer, samen een beetje Eén.
*) Symbioot is een mooi woord in een hele verzameling woorden met de stam sym of syn. Al die woorden hebben iets te maken met bij, van, in of met elkaar: synergie, symmetrie, synapse, synchroon, sympathie, synoniem, symbool, synthese, symfonie, symposium.
Eurolac Flits! met label moeder-en-kind-nabijheid. Deze links leiden naar lijsten met bijdragen met deze labels. Klik op de plaatjes in de linkerzijbalk voor meer verhaaltjes.