Foto: Eric McCormack als Daniel Pierce, die met zijn geheel eigen perceptie van de wereld de waarheid in gecompliceerde zaken boven tafel haalt in de TV serie Perception
Als een hamer je enige gereedschap is, ziet alles eruit als een spijker. Ik vind dat zo’n mooi spreekwoord. Ik zie dan een Hornbach-achtige reclame voor me, met zo'n stoere werkman met een levensgrote hamer, helemaal gefocust op zijn doel, die overal een flinke mep op geeft. Want als hij kijkt heeft alles de vorm van een spijker. Wat je waarneemt wordt overduidelijk gekleurd en ingevuld door wat je weet, wat je denkt te weten en wat je perceptie ervan is. De enige die echt ziet wat er is, is het heel jonge kind. Het kind dat nog geen referentiekader heeft, heeft ook nog geen perceptie, geen referentiekader. Niets is raar of vreemd, want alles is nog onbekend en nieuw en anders.
Wie al wat langer mee gaat en meer heeft meegemaakt ziet de wereld anders. Ziet andere mensen anders. Ziet zichzelf anders. Een leuk experiment hiermee dat iedereen kan uitvoeren is om aan twee heel verschillende mensen een routebeschrijving tussen dezelfde punten te vragen en te vragen om herkenningspunten tijdens de route. De een zal het dan hebben over karakteristieke bomen en de andere over auto’s en technische winkels, terwijl een ander zal waarschuwen voor de panden met grote waakhonden. Als manlief en ik elkaar de weg moeten wijzen, komen we steevast verkeerd uit. ‘’Ford garage? Heb ik helemaal niet gezien. Ik ben bij die koe met die wildbreiwerk jas afgeslagen.’’ Zo ongeveer kan dan een gesprek gaan als we elkaar weer gevonden hebben.
Moeders over de hele wereld hebben eigenaardig genoeg een vrijwel exact gelijke perceptie van hun vermogen om moedermelk van goede kwaliteit te produceren. Te weinig melk staat universeel in de top drie van redenen om te stoppen met borstvoeding of om ander voedsel bij te geven. En even universeel is dat, in het overgrote deel van alle gevallen, een onterechte perceptie. Het is uiterst zeldzaam dat een vrouw die een kind heeft gedragen en gebaard vervolgens niet in staat is haar kind te voeden. Maar moeders lijken universeel alles wat er mis is aan zichzelf te wijten en, als zij voedende moeder zijn, aan hun vermogen om voldoende en goede melk te maken. Van de weeromstuit, lijkt het wel, gaan ook andere mensen denken dat alles wat er fout gaat aan de borstvoeding ligt. Kind huilt te veel of te weinig? Kind slaapt te veel of te weinig? Kind groeit te hard of te langzaam? Allemaal de schuld van de borstvoeding. En dus allemaal de schuld van de moeder. Moeder is altijd fout.
Fout. Die perceptie is fout. Niet de moeder. Niet de borstvoeding. Niet de baby. De perceptie. En dingen die worden gedaan op basis van die foute perceptie. De perceptie van de baby is de juiste: dit is mijn moeder, dat is haar borst, daar moet ik zijn, dan komt alles goed. Een vrouw die een kind heeft gedragen en gebaard is naar alle waarschijnlijkheid in staat dat kind jarenlang te voorzien van ruimschoots voldoende en goede melk. Voorwaarden voor het waarmaken van die belofte zijn de aanwezigheid van voldoende functionerend klierweefsel en een adequaat werkend hormoonstelsel aan de kant van de moeder. En daarbij een baby die het grootste deel van zijn tijd doorbrengt in de directe nabijheid van zijn moeder, bij voorkeur tegen haar lichaam aan, die frequent en met een effectieve techniek aan de borst drinkt.
Een baby die goed in zijn vel zit, die over langere tijd gemeten gemiddeld binnen normale waarden groeit en zich naar verwachting ontwikkelt krijgt voldoende te eten. Wijkt een van die parameters af dan wordt eerst gekeken of de baby vaak genoeg en effectief genoeg aan de borst drinkt, vervolgens wordt gekeken naar andere mogelijke oorzaken van het probleem (weet je, eten is belangrijk, maar lang niet de enige factor die groei, gedijen en ontwikkeling bepaalt!). Als dan nog geen oorzaak is gevonden kan nog eens naar de borstvoeding worden gekeken: is er voldoende klierweefsel, zijn er hormonale problemen, is er een variatie in de anatomie van moeder of kind, …? En sla bij twijfel over de borstvoeding alle half-deskundigen en zelf-verklaarde deskundigen maar over en ga gelijk naar de echte deskundige op het vlak van de menselijke lactatie en de begeleiding bij borstvoeding: de lactatiekundige. Haar of zijn perceptie van het probleem zal naar alle waarschijnlijkheid heel anders zijn.Vanaf vandaag is er weer een heel nieuwe lichting vers-gecertificeerde IBCLC's en een aantal gerecertificeerde veteranen.
Als een hamer je enige gereedschap is, ziet alles eruit als een spijker. Ik vind dat zo’n mooi spreekwoord. Ik zie dan een Hornbach-achtige reclame voor me, met zo'n stoere werkman met een levensgrote hamer, helemaal gefocust op zijn doel, die overal een flinke mep op geeft. Want als hij kijkt heeft alles de vorm van een spijker. Wat je waarneemt wordt overduidelijk gekleurd en ingevuld door wat je weet, wat je denkt te weten en wat je perceptie ervan is. De enige die echt ziet wat er is, is het heel jonge kind. Het kind dat nog geen referentiekader heeft, heeft ook nog geen perceptie, geen referentiekader. Niets is raar of vreemd, want alles is nog onbekend en nieuw en anders.
Wie al wat langer mee gaat en meer heeft meegemaakt ziet de wereld anders. Ziet andere mensen anders. Ziet zichzelf anders. Een leuk experiment hiermee dat iedereen kan uitvoeren is om aan twee heel verschillende mensen een routebeschrijving tussen dezelfde punten te vragen en te vragen om herkenningspunten tijdens de route. De een zal het dan hebben over karakteristieke bomen en de andere over auto’s en technische winkels, terwijl een ander zal waarschuwen voor de panden met grote waakhonden. Als manlief en ik elkaar de weg moeten wijzen, komen we steevast verkeerd uit. ‘’Ford garage? Heb ik helemaal niet gezien. Ik ben bij die koe met die wildbreiwerk jas afgeslagen.’’ Zo ongeveer kan dan een gesprek gaan als we elkaar weer gevonden hebben.
Moeders over de hele wereld hebben eigenaardig genoeg een vrijwel exact gelijke perceptie van hun vermogen om moedermelk van goede kwaliteit te produceren. Te weinig melk staat universeel in de top drie van redenen om te stoppen met borstvoeding of om ander voedsel bij te geven. En even universeel is dat, in het overgrote deel van alle gevallen, een onterechte perceptie. Het is uiterst zeldzaam dat een vrouw die een kind heeft gedragen en gebaard vervolgens niet in staat is haar kind te voeden. Maar moeders lijken universeel alles wat er mis is aan zichzelf te wijten en, als zij voedende moeder zijn, aan hun vermogen om voldoende en goede melk te maken. Van de weeromstuit, lijkt het wel, gaan ook andere mensen denken dat alles wat er fout gaat aan de borstvoeding ligt. Kind huilt te veel of te weinig? Kind slaapt te veel of te weinig? Kind groeit te hard of te langzaam? Allemaal de schuld van de borstvoeding. En dus allemaal de schuld van de moeder. Moeder is altijd fout.
Fout. Die perceptie is fout. Niet de moeder. Niet de borstvoeding. Niet de baby. De perceptie. En dingen die worden gedaan op basis van die foute perceptie. De perceptie van de baby is de juiste: dit is mijn moeder, dat is haar borst, daar moet ik zijn, dan komt alles goed. Een vrouw die een kind heeft gedragen en gebaard is naar alle waarschijnlijkheid in staat dat kind jarenlang te voorzien van ruimschoots voldoende en goede melk. Voorwaarden voor het waarmaken van die belofte zijn de aanwezigheid van voldoende functionerend klierweefsel en een adequaat werkend hormoonstelsel aan de kant van de moeder. En daarbij een baby die het grootste deel van zijn tijd doorbrengt in de directe nabijheid van zijn moeder, bij voorkeur tegen haar lichaam aan, die frequent en met een effectieve techniek aan de borst drinkt.
Een baby die goed in zijn vel zit, die over langere tijd gemeten gemiddeld binnen normale waarden groeit en zich naar verwachting ontwikkelt krijgt voldoende te eten. Wijkt een van die parameters af dan wordt eerst gekeken of de baby vaak genoeg en effectief genoeg aan de borst drinkt, vervolgens wordt gekeken naar andere mogelijke oorzaken van het probleem (weet je, eten is belangrijk, maar lang niet de enige factor die groei, gedijen en ontwikkeling bepaalt!). Als dan nog geen oorzaak is gevonden kan nog eens naar de borstvoeding worden gekeken: is er voldoende klierweefsel, zijn er hormonale problemen, is er een variatie in de anatomie van moeder of kind, …? En sla bij twijfel over de borstvoeding alle half-deskundigen en zelf-verklaarde deskundigen maar over en ga gelijk naar de echte deskundige op het vlak van de menselijke lactatie en de begeleiding bij borstvoeding: de lactatiekundige. Haar of zijn perceptie van het probleem zal naar alle waarschijnlijkheid heel anders zijn.Vanaf vandaag is er weer een heel nieuwe lichting vers-gecertificeerde IBCLC's en een aantal gerecertificeerde veteranen.