Foto: Julia Roberts als Maggie Carpenter, de vrouw die bang is de keuze om zich te binden waar te maken, in Runaway Bride
Het hele leven, persoonlijk en professioneel, bestaat uit keuzes maken. Doe ik dit of doe ik dat? Doe ik zus of doe ik zo? Veel keuzes worden automatisch en zonder nadenken gemaakt. Gebaseerd op gewoonte of instinct of onbewuste impulsen van buitenaf. Zorgprofessionals maken ook de hele dag door keuzes over welke soort zorg voor elke klant nodig is en hoe die moet worden toegediend. Voor veel situaties hebben zorgprofessionals een handig hulpmiddel in de vorm van een richtlijn of een protocol. Een protocol is een soort recept. Dit heb je en dat moet het worden en dat doe je zo. En dat werkt goed, vooral als jouw ‘’dit heb je’’ en ‘’dat moet het worden’’ precies gelijk zijn aan diezelfde waarden in het protocol. Aangezien zorgverleners met mensen werken komen die twee echter vrijwel nooit exact overeen. Hun recept kan gaan over kip, maar wat zij in hun handen hebben is juist een kalkoen. Of een kwartel. Of de andere ingrediënten zijn net niet wat in het recept staat, of ze hebben heel andere ingrediënten extra, of ze hebben een deel van de ingrediënten helemaal niet. Het recept in het protocol is uit en te na getest met kip en de genoemde ingrediënten en daarmee werkt het, statisch gezien in de meeste gevallen, perfect. De variabelen kalkoen en kwartel zijn niet onderzocht, evenmin als boter in plaats van olie, of extra fruit, maar geen uien, of prei in plaats van ui. Om het recept ‘’in de oven gebraden gevulde vogel’’ te maken met kalkoen, prei, appel en citroen in plaats van met kip en ui zal de zorgverlener zelf moeten gaan nadenken en zelf keuzes maken die niet in het recept staan. In de dagelijkse praktijk zal het vaker voorkomen dat dat wat een zorgverlener in handen heeft en er van wil maken niet overeenkomt met wat er in het protocol staat. Veel zorgverleners vinden het een heel eng idee om van een recept af te wijken en zelf na te denken. ze zijn bang voor verkeerde uitkomsten of voor reprimandes van hogerop voor het het niet volgen van protocol. Ze proberen dus hoe dan ook het recept te volgen met het materiaal dat ze voor handen hebben of met een volkomen negeren van wat ze te kort komen of extra hebben. Angst is een slechte raadgever.
Ouders maken ook keuzes en worden daarin ook door allerlei regels geleid. Hun eigen regels of die van anderen. Sommige ouders zijn perfect tevreden met de manier waarop zij kiezen en die keuzes uitvoeren, maar zij worden bang tegen de tijd dat zij voor een APK voor hun kind naar een zorgverlener moeten. Wat zal die zorgverlener ervan vinden? Doet moeder het wel goed? Mag ze wel doen wat ze doet? En zo redenerend kan ook hier angst een slechte raadgever worden. Misschien is de angst zo groot dat moeder gaat afwijken van haar eigen weloverwogen keuze, die in haar situatie goed werkt naar een meer in zorgverlener protocollen passende werkwijze die voor haar gezin nauwelijks past. Of gaat ze maar liegen tegen de zorgverlener en sociaal gewenste of verwachte antwoorden geven? Met dat laatste is niemand gebaat. Moeder niet, want zij doet iets wat ze eigenlijk niet goed vindt. De zorgverlener ook niet, want die wordt bevestigd in het ‘’1 recept voor alle schotels’’ concept.
Het hele leven, persoonlijk en professioneel, bestaat uit keuzes maken. Doe ik dit of doe ik dat? Doe ik zus of doe ik zo? Veel keuzes worden automatisch en zonder nadenken gemaakt. Gebaseerd op gewoonte of instinct of onbewuste impulsen van buitenaf. Zorgprofessionals maken ook de hele dag door keuzes over welke soort zorg voor elke klant nodig is en hoe die moet worden toegediend. Voor veel situaties hebben zorgprofessionals een handig hulpmiddel in de vorm van een richtlijn of een protocol. Een protocol is een soort recept. Dit heb je en dat moet het worden en dat doe je zo. En dat werkt goed, vooral als jouw ‘’dit heb je’’ en ‘’dat moet het worden’’ precies gelijk zijn aan diezelfde waarden in het protocol. Aangezien zorgverleners met mensen werken komen die twee echter vrijwel nooit exact overeen. Hun recept kan gaan over kip, maar wat zij in hun handen hebben is juist een kalkoen. Of een kwartel. Of de andere ingrediënten zijn net niet wat in het recept staat, of ze hebben heel andere ingrediënten extra, of ze hebben een deel van de ingrediënten helemaal niet. Het recept in het protocol is uit en te na getest met kip en de genoemde ingrediënten en daarmee werkt het, statisch gezien in de meeste gevallen, perfect. De variabelen kalkoen en kwartel zijn niet onderzocht, evenmin als boter in plaats van olie, of extra fruit, maar geen uien, of prei in plaats van ui. Om het recept ‘’in de oven gebraden gevulde vogel’’ te maken met kalkoen, prei, appel en citroen in plaats van met kip en ui zal de zorgverlener zelf moeten gaan nadenken en zelf keuzes maken die niet in het recept staan. In de dagelijkse praktijk zal het vaker voorkomen dat dat wat een zorgverlener in handen heeft en er van wil maken niet overeenkomt met wat er in het protocol staat. Veel zorgverleners vinden het een heel eng idee om van een recept af te wijken en zelf na te denken. ze zijn bang voor verkeerde uitkomsten of voor reprimandes van hogerop voor het het niet volgen van protocol. Ze proberen dus hoe dan ook het recept te volgen met het materiaal dat ze voor handen hebben of met een volkomen negeren van wat ze te kort komen of extra hebben. Angst is een slechte raadgever.
Ouders maken ook keuzes en worden daarin ook door allerlei regels geleid. Hun eigen regels of die van anderen. Sommige ouders zijn perfect tevreden met de manier waarop zij kiezen en die keuzes uitvoeren, maar zij worden bang tegen de tijd dat zij voor een APK voor hun kind naar een zorgverlener moeten. Wat zal die zorgverlener ervan vinden? Doet moeder het wel goed? Mag ze wel doen wat ze doet? En zo redenerend kan ook hier angst een slechte raadgever worden. Misschien is de angst zo groot dat moeder gaat afwijken van haar eigen weloverwogen keuze, die in haar situatie goed werkt naar een meer in zorgverlener protocollen passende werkwijze die voor haar gezin nauwelijks past. Of gaat ze maar liegen tegen de zorgverlener en sociaal gewenste of verwachte antwoorden geven? Met dat laatste is niemand gebaat. Moeder niet, want zij doet iets wat ze eigenlijk niet goed vindt. De zorgverlener ook niet, want die wordt bevestigd in het ‘’1 recept voor alle schotels’’ concept.
Vandaag gaf ik een moeder met dit dilemma het volgende advies: ‘’ Het consultatiebureau zal waarschijnlijk vinden dat ze teveel borstvoeding en te weinig vast voedsel krijgt, maar daar hoef je je niet druk om te maken. Zorg ervoor dat ze je kindje eerst meten en wegen en onderzoeken en laat ze zeggen of ze vinden dat het een gezond en goed groeiend en zich ontwikkelend kindje is. Als ze daarna over de voeding beginnen, kun je ze er aan herinneren dat je kindje gezond is en het goed lijkt te doen op de voeding die hij krijgt en dat dat dus wel goed zal zijn. Zeg er gelijk ook bij dat deze manier voor jullie goed werkt en dat je zelf ook erg van het voeden geniet en blij bent je zoontje met de borst te kunnen troosten als hij verdrietig is. Je neemt ze dan gelijk alle wind uit de zeilen voor alle mitsen en maren waarmee ze kunnen komen.’’
Opstoken, zegt u? Jazeker! Ik stook ouders op om hun eigen keuzes te maken en daarvoor te stáán. Niet geregeerd door angst, maar door kennis van zaken. Niet weglopen, maar met het hoofd vooruit gáán voor je keuzes.
Opstoken, zegt u? Jazeker! Ik stook ouders op om hun eigen keuzes te maken en daarvoor te stáán. Niet geregeerd door angst, maar door kennis van zaken. Niet weglopen, maar met het hoofd vooruit gáán voor je keuzes.