Foto: Jake Gyllenhaal als Colter Stevens in Source Code
Een code is een manier om gegevens te noteren en tegelijk geheim te houden (bijvoorbeeld geheimschrift), een middel ter identificatie (bijvoorbeeld een wachtwoord), het is een manier om een computer te vertellen wat hij doen moet (bijvoorbeeld de broncode van een internetpagina) en het is een wet (dan is het officieel een codex ofwel wetboek). Een gedragscode hoort bij die laatste groep: het is een verzameling uitspraken die aangegeven hoe personen, organisaties of groepen zich in bepaalde situaties dienen te gedragen. De WO Code (‘’Internationale gedragscode voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk’’) is zo’n gedragscode. Het doel van de WHO Code is niet het treiteren van kunstvoeding- of kolvenfabrikanten of het moeders moeilijk maken om werk en moederschap te combineren, maar het zorg dragen voor de veiligheid en gezondheid van kinderen. Niet meer en niet minder. Dit doel moet volgens de Code worden bereikt door het beschermen en bevorderen van borstvoeding, want wereldwijd worden jaarlijks miljoenen, kinderen ziek, ernstig ziek en overlijden zelfs omdat ze geen borstvoeding kregen. Over de hele wereld, niet alleen in arme landen met slechte hygiëne, weinig water en brandstof. Ook in rijke landen met goed opgeleide mensen die zich allemaal kunnen veroorloven andere voeding te kopen en in staat zijn dat veilig klaar te maken. Ook Nederland en België kennen jaarlijks duizenden gevallen van vermijdbare ziekte bij jonge kinderen en tientallen gevallen van vermijdbaar overlijden door het niet krijgen van borstvoeding. De Code verbiedt niet het gebruiken of door artsen en andere zorgverleners adviseren van het gebruik van vervangingsmiddelen voor borstvoeding, want de opstellers van de Code realiseerden zich maar al te goed, dat soms andere voeding en verzorging dan borstvoeding noodzakelijk is. Wat door de Code wel aan banden moet worden gelegd is het maken van reclame voor vervangingsmiddelen voor moedermelk (kunstvoeding) en het voeden aan de borst (flessen, spenen en fopspenen) en het idealiseren van het gebruik van die vervangingsmiddelen. Eigenlijk is de Code heel erg simpel: gebruiken en adviseren te gebruiken door zorgverleners en te koop aanbieden door fabrikanten en verkopers is prima, (indien op goede gronden); reclame maken en idealiseren door fabrikanten, verkopers en zorgverleners is een grote ‘’Nee!’’. Het grootste probleem is dat deelname aan de Code door fabrikanten op vrijwillige basis is voor zover niet in wetgeving opgenomen en dat de meeste landen in de wetgeving maar een klein deel van de Code hebben opgenomen. Reclamemakers weten goed wat ze doen en ook politici zijn er gevoelig voor, ook al komt het bij hen binnen in de vorm van lobbyen in de wandelgangen van Den Haag en Brussel.
De Code, oorspronkelijke tekst
De Code toegelicht, Kenniscentrum Borstvoeding
Eerdere Eurolac Blogs over De Code: eurolac.blogspot.com/search/label/Code
Een code is een manier om gegevens te noteren en tegelijk geheim te houden (bijvoorbeeld geheimschrift), een middel ter identificatie (bijvoorbeeld een wachtwoord), het is een manier om een computer te vertellen wat hij doen moet (bijvoorbeeld de broncode van een internetpagina) en het is een wet (dan is het officieel een codex ofwel wetboek). Een gedragscode hoort bij die laatste groep: het is een verzameling uitspraken die aangegeven hoe personen, organisaties of groepen zich in bepaalde situaties dienen te gedragen. De WO Code (‘’Internationale gedragscode voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk’’) is zo’n gedragscode. Het doel van de WHO Code is niet het treiteren van kunstvoeding- of kolvenfabrikanten of het moeders moeilijk maken om werk en moederschap te combineren, maar het zorg dragen voor de veiligheid en gezondheid van kinderen. Niet meer en niet minder. Dit doel moet volgens de Code worden bereikt door het beschermen en bevorderen van borstvoeding, want wereldwijd worden jaarlijks miljoenen, kinderen ziek, ernstig ziek en overlijden zelfs omdat ze geen borstvoeding kregen. Over de hele wereld, niet alleen in arme landen met slechte hygiëne, weinig water en brandstof. Ook in rijke landen met goed opgeleide mensen die zich allemaal kunnen veroorloven andere voeding te kopen en in staat zijn dat veilig klaar te maken. Ook Nederland en België kennen jaarlijks duizenden gevallen van vermijdbare ziekte bij jonge kinderen en tientallen gevallen van vermijdbaar overlijden door het niet krijgen van borstvoeding. De Code verbiedt niet het gebruiken of door artsen en andere zorgverleners adviseren van het gebruik van vervangingsmiddelen voor borstvoeding, want de opstellers van de Code realiseerden zich maar al te goed, dat soms andere voeding en verzorging dan borstvoeding noodzakelijk is. Wat door de Code wel aan banden moet worden gelegd is het maken van reclame voor vervangingsmiddelen voor moedermelk (kunstvoeding) en het voeden aan de borst (flessen, spenen en fopspenen) en het idealiseren van het gebruik van die vervangingsmiddelen. Eigenlijk is de Code heel erg simpel: gebruiken en adviseren te gebruiken door zorgverleners en te koop aanbieden door fabrikanten en verkopers is prima, (indien op goede gronden); reclame maken en idealiseren door fabrikanten, verkopers en zorgverleners is een grote ‘’Nee!’’. Het grootste probleem is dat deelname aan de Code door fabrikanten op vrijwillige basis is voor zover niet in wetgeving opgenomen en dat de meeste landen in de wetgeving maar een klein deel van de Code hebben opgenomen. Reclamemakers weten goed wat ze doen en ook politici zijn er gevoelig voor, ook al komt het bij hen binnen in de vorm van lobbyen in de wandelgangen van Den Haag en Brussel.
De Code, oorspronkelijke tekst
De Code toegelicht, Kenniscentrum Borstvoeding
Eerdere Eurolac Blogs over De Code: eurolac.blogspot.com/search/label/Code