Naast het schrijven van een blog, lees ik ze ook graag. Niet die van mezelf, maar die van andere mensen die dingen te vertellen of te laten zien hebben. Een wijde variatie aan onderwerpen passeert daar de revue: koken, handwerken, kunst, borstvoeding en maatschappelijke overwegingen. In die laatste categorie valt het verhaaltje waar mijn oog vandaag op viel. In eerste instantie omdat het zo helemaal niet bij mijn ervaring aansloot met de openingsalinea: ‘’Even voor de duidelijkheid: ik hou van de koers. Dat doe ik al m’n hele leven, sinds ik als kleuter aan de hand van mijn grootvader mee mocht naar het criterium van Tienen en me daar vergaapte aan een indrukwekkend kluwen van bonkige en pezige venten op een fiets.’’ (Purnelle, 2013) Even voor mijn duidelijkheid: ik houd niet en heb absoluut nooit gehouden van de koers*). Afgezien van het fysiologische vloeken, zit daar voor mij een diep ingegrift jeugdtrauma achter. Door mijn dorp (Hoogerheide), namelijk, werd elke zomer een echte koers gereden. Grote namen kwamen daar, zoals Jan Jansen, en een boel volk op de been.
Een heus volksfeest was het en het dorp werd ervoor afgezet. Alleen bewoners mochten erin en eruit (als je dat dan perse wilde). Nu, ja, niet het hele dorp, maar wel de Raadhuisstraat, die, u raadt het al, langs het Raadhuis liep en dus een belangrijk onderdeel van de route was, en de aanliggende straten waar de koers ook langs kwam. En daarbij hoorde ook mijn straat. Mijn straat was namelijk een soort van colletje, stijl omhoog naar de Raadhuisstraat, of stijl omlaag natuurlijk, afhankelijk van de route van het betreffende jaar. Nu, dan zat je mooi eerste rang zou u zeggen. En ja, dat zou ook zo zijn als wij koersliefhebbers waren, net als collega blogger Bieke. Maar niet ons gezin, ik al helemaal niet, en ook niet de familie die op mijn verjaardagsfeestje wilde komen. Want, mijn beste lezer, die vermaledijde koers werd elk jaar, of zo ligt dat toch in mijn herinnering, gehouden precies in het weekend waarin ik mijn verjaardag vierde. Mijn verjaardag op school viel ook geregeld weg in de drukte van het afsluitende schooljaar, dat heb je als je in de laatste dagen van juni jarig bent. Met familie door het hele land verspreid, in een tijd waarin het bezit van een auto door elk gezin helemaal nog niet evident was, was het plannen van een verjaardagsfeest toch al een vrij ingewikkelde gelegenheid, ook zonder dat je nog moest onderhandelen met koers officials over de toelating van de verjaardagsgasten.
Nu, ja, u ziet het plaatje wel. Nee, koers is niet mijn ding, nooit geweest, nooit geworden. De rest van Bieke’s verhaal sprak mij veel meer aan, want dat ging om het gedoe om de koers heen, de missen en de bloemenmeisjes en de besmuikte, vettige, seksistische humor daarbij. Ondanks wat het feminisme lijkt bereikt te hebben, is het nog steeds gemeengoed om te denken dat het OK is om vrouwen als decoratie te gebruiken en ze te bepotelen. Bepaalde richtingen in het feminisme culmineren over en tegen vrouwen die hun opleiding te grabbel gooien ten gunst van ‘’parasitair moederschap’’, of die tevreden zijn met minder dan de hoogste functie in een bedrijf. Maar de levens- en werkomstandigheden van de minder hoog opgeleide vrouwen zijn minder rooskleurig (The Guardian, 2013). En er zijn tendensen, duidelijk waarneembare en zich breed verspreidende tendensen, die mannen en vrouwen weer verder uit elkaar laten drijven. De verschillen tussen de seksen worden tegenwoordig eerder benadrukt en versterkt dan verminderd of minder belangrijk gemaakt. Dat begint al bij kleine meisjes en jongetjes, direct na de geboorte. Het is in het overgrote deel van de maatschappij volslagen ondenkbaar een meisje iets blauws of iets stoers aan te doen en nog minder voorstelbaar zelfs maar te overwegen een jongen iets in de kleur roze of lila aan te doen of een bloemenprintje.
Het gekke is, dat die kunstmatige onderscheiding tussen mannelijk en vrouwelijk vrouwen vooral in hun nadeel werkt in de meest specifiek vrouwelijke onderneming van hun leven: het moederschap. In plaats van sterk te zijn, zoals ze zijn ontworpen, worden zwangere en barende vrouwen zwak en onwetend gehouden. Het vertrouwen in hun eigen lijf is vakkundig geruïneerd door levenslang brainwashen met onrealistische voorstellingen van wat en hoe een vrouw is, voelt, denkt, eruit ziet tot in de kleinste en intiemste details. Het zelfvertrouwen van de gemiddelde vrouw, haar vertrouwen in zichzelf, haar instincten, haar kennis van haar eigen lichaam, de vaardigheden van haar eigen lichaam en haar oordeelsvermogen, zijn belabberd.
De enige waardering die een vrouw lijkt te kunnen krijgen is als bloemenmeisje dat zich vriendelijk lachend in de kont laat knijpen door een gefrustreerde kerel. Want met zijn allen door dat glazen plafond heen, dat is voor de meesten sowieso niet weggelegd. Of toch? Met wat meer zelfvertrouwen? Als we nu baby’s, peuter, kleuter, kinderen nu eens als gewone mensen zouden behandelen en niet als jongens en meisjes, zouden we misschien al een heel eind komen. We zouden misschien meisjes leren dat ze meer kunnen en jongens dat ze minder hoeven. Of dat ''lief'' en stoer'' geen gender-gebonden kwalificaties zijn.
Purnelle B: Bloemenmeisje, Biekesblog, maandag 1 april 2013
*) Wielrennen, Eurolac Flits, augustus 2012
Feminism 'has failed working-class women'<http://www.guardian.co.uk/society/2013/mar/31/gender-pay-feminism-working-class>, Press Association, guardian.co.uk, 31 March 2013
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEiDG6bPPJwsNyODeyKHtH52ilYtNZMnc-UsM5oG2Q42DSJEPKYisko5ofJ9R4rz-fKDXkxN4YUA265mCvri4kJlURvzOGTKA5TvosFlCn6dK6evaCmyygubxG45llSYiF9E-W4m2srq1RCL/s200/marianne+vos.jpg)
Klik op de labels hieronder voor meer stukjes over deze thema's.