Foto: Emily Deschanel als Dr. Temperance 'Bones' Brennan en David Boreanaz als Special Agent Seeley Booth in Bones
Tweede prijswinnaar van de actie #Flitsidee: @Laktistino: plaats van borstvoeding in het onderwijsprogramma.
Disclaimer: psychologie is niet mijn primaire vakgebied en de hier geschetste psychologische principes kunnen wat kort door de bocht zijn neergezet.
‘’Mijn toenemende hoeveelheid relaties met mensen heeft mijn logisch denkvermogen aangetast.’’ hoorde ik ’Dr. Temperance Brennan’ gisteren zeggen in een oude aflevering van Bones. Relaties met mensen, en de emoties die daarbij horen, zijn blijkbaar een belemmering voor logisch denken. Alsof emoties niet logisch, niet rationeel zouden zijn. Dat zijn ze natuurlijk wel, maar op een andere manier. De logische linkerkant van de hersenen is alleen anders logisch dan de rommelige rechterkant. Je zou kunnen zeggen dat er twee soorten logica zijn: de wiskundige en de associatieve, of de analytische en de synthetiserende. De huidige wetenschap gaat uit van de wiskundige, analytische logica: als je alle kleinste deeltjes uit elkaar gepeuterd hebt en begrepen, dan begrijp je het geheel. De andere logica ziet steeds meer begrip en inzicht naarmate het geheel groter wordt en meer-omvattend. De linkerhersenhelft kan van 1 plus 1 nooit meer maken dan 2. De rechterhelft ziet onnoemelijk veel mogelijkheden voor de uitkomst van 1 plus 1, waaronder, mogelijk, 2. Voor de analyticus zijn bijkomende factoren afleiders en verstoorders, voor de syntheticus verhogen ze de feestvreugde.
In programma’s en campagnes om meer ouders voor borstvoeding te laten kiezen wordt vooral een beroep gedaan op de linker hersenhelft logica: feiten en weetjes en logisch redeneren moet ertoe leiden dat mensen niet onder de conclusie, dat borstvoeding de absolute voorkeur heeft, uit kunnen en zich vervolgens daarnaar gaan gedragen. In werkelijkheid is dat maar een klein, vaak ondergeschikt en als laatste komend, onderdeel van de hele besluitvorming. De beeld- en besluitvorming vindt tijdens het hele leven dat voorafging aan de zwangerschap plaats. Het is een, voornamelijk rechts in de hersenen zetelend, bouwwerk van ervaringen, emoties, relaties en cultuur (Hernandez, 2008; Giles, 2010). Ouders aanzetten tot de keuze voor borstvoeding moet dus al beginnen lang voor de zwangerschap, zelfs al wanneer ze nog kind zijn en gericht op de hele samenleving. Blootstelling aan het zien van borstvoeding in de kleine en grotere omgeving en de kennis en attitudes van de omgeving, de subcultuur en de cultuur zijn belangrijke factoren in de beeldvorming en uiteindelijke besluitvorming.
Borstvoeding zien wil zeggen dat het als normaal in de samenleving wordt neergezet. De kennis van de persoon zelf en de mensen in zijn en haar omgeving moet worden aangeleerd. Door kennisoverdracht over borstvoeding in het normale schoolprogramma op te nemen wordt die kennis ook nog eens ingebed in het normaliseringsproces: je ziet het gebeuren en je leert erover op school.
Al vanaf de kleuterleeftijd kan er aandacht zijn voor borstvoeding. Een project over baby’s biedt plaats aan een moeder met baby in de klas. Moeder praat over de verzorging van de baby en de voeding hoort daar onlosmakelijk bij. Waarschijnlijk zal de baby ook wel een keer honger krijgen, of zich even van de overgrote aandacht willen afwenden: een illustratiemoment voor borstvoeding. Later, in de biologielessen bij de bespreking van zoogdieren, komt ook de mens als zoogdier ter sprake. Projecten over gezonde voeding (tegenwoordig van overheidswege aangemoedigd, onder andere ter preventie van overgewicht) zijn niet compleet zonder aandacht voor gezonde voeding voor de jongste kinderen. Bij de lessen over gezondheid en voeding in het vervolgonderwijs kan borstvoeding prominent bovenaan staan als de voeding voor de zuigeling en peuter. Wanneer het onderwerp voortplanting aan de orde komt vindt borstvoeding een plaats in de vrouwelijke reproductieve cyclus. (En, hart onder de riem voor de docenten: praten over baby’s, borstvoeding en borsten is heel wat minder gênant voor een puberaal publiek dan praten over de coitus!). En, mocht ook het onderwerp relatievorming en ouderschap ter sprake komen: ook koppels van hetzelfde geslacht kunnen kinderen krijgen en borstvoeding of moedermelkvoeding geven!
Een letterlijke plaats voor borstvoeding in het onderwijs wordt gecreëerd door vrouwelijke leerkrachten letterlijk en figuurlijk de ruimte te geven hun kind borstvoeding te geven of te kolven, door datzelfde te doen voor eventuele tienermoeders die hun school afmaken (en ze er de hemel voor in te prijzen!). Ook moeders aanmoedigen om hun kind te voeden bij het halen brengen naar en van het kinderdagverblijf legt al een basis voor het normaalheidsbesef van kinderen. Veel kinderen brengen meer wakende uren door in opvangsettings en scholen dan thuis. Wil je ze iets leren en hun gedrag en attitude beïnvloeden, dan zal dat daar moeten gebeuren.
Hernández, P. T. and Callahan, S. (2008), Attributions of Breastfeeding Determinants in a French Population. Birth, 35: 303–312. doi: 10.1111/j.1523-536X.2008.00257.x
Giles, M., Connor, S., McClenahan, C. and Mallet, J. (2010), Attitudes to breastfeeding among adolescents. Journal of Human Nutrition and Dietetics, 23: 285–293. doi: 10.1111/j.1365-277X.2010.01048.x