Pagina's

woensdag 6 juni 2012

Tegendruk

Foto: Freddy Mercury (Queen) en David Bowie tijdens een uitvoering van de gezamelijke hit ‘’Under Pressure’’.
‘’Borstvoeding geven is een samenspel tussen een moeder en haar kind.’’ schreef ik gisteren. Samenwerken is nodig om tot resultaat te komen. Maar soms is ook tegendruk nodig om iets voor elkaar te krijgen. Het drinken aan de borst door de baby en het geven van melk aan de baby door de moeder is een spel van samenwerkende en tegenwerkende krachten, van positieve en negatieve druk.
Bij het drinken aan de borst gebruikt het kind zijn tong, kaken, gehemelte, wangen en lippen en alle spieren die daarin en bij zitten om de borst vast  te houden en te masseren en een vacuüm te maken. als die acties samen maken dat diep in de borst een toeschietreflex optreedt en de melk de borst met zekere kracht verlaat, in de mond terecht komt en via de keel naar de slokdarm en de maag verhuist. Als een kind dit bewust zou moeten leren, zoals je leert een auto te besturen, zou het hopeloos fout gaan en weken duren voor het een beetje soepel loopt. Gelukkig weten al die structuren en weefsels zelf hoe het werkt, anders zouden de meeste kinderen verhongerd zijn voor ze de slag te pakken hadden.
De lippen sluiten de mondholte luchtdicht af rondom de borst en houden de borst op zijn plaats. De vetkussentjes in de wangen zorgen voor opvulling, zijn stootkussens en houden de borst in het midden van de mond op zijn plaats. De tong vouwt zich onder om de borst heen en duwt de borst tegen het gehemelte om door massage de toeschietreflex uit te lokken en de stromende melk de goede kant op te leiden. De tong vormt ook een gootje om de uitstromende melk op te vangen en gestructureerd de goede kant op te sturen, zodat de baby kan slikken zonder verslikken. De onderkaak gaat op regelmatige tijden omlaag, om de tong de ruimte te geven ook omlaag te gaan, zodat de ruimte in de mondholte groter wordt. Doordat de mond door de lippen luchtdicht is afgesloten ontstaat een onderdruk als de tong en kaak zakken. Onderdruk betekent zuiging, zodat de melk makkelijker uit de borst stroomt.
De tegendruk zit in het gehemelte. De tong duwt de borst tegen het harde gehemelte aan; het puntje van de tepel komt tot net aan of net voor de overgang tot zacht gehemelte. Als het gehemelte een sub-normale vorm heeft (bijvoorbeeld hoog of smal) of als er een opening in zit (schisis) dan kan het de functie van tegendruk niet of niet goed uitvoeren. De tong duwt de borst dan in een soort val of naar de neusholte. Er komt geen druk in de borst, geen massage en de melk gaat minder makkelijk stromen. Bij een opening is er ook geen vacuüm, waardoor ook geen negatieve druk kan worden opgebouwd. Het gehemelte is zelf niet beweeglijk en kan dus zelf geen druk veroorzaken. Als de tong afwijkend gevormd is of functioneert kan hij de borst niet goed tegen het gehemelte aandrukken. Afhankelijk van het soort variatie in de tong komt de borst helemaal niet tegen het gehemelte of gedeeltelijk. Het gehemelte kan daardoor vervormd raken.
De variaties in tong en gehemelte die het drinken voor de baby moeilijk maken hebben ook invloed op de moederlijk kant van het samenspel. Door afwijkende manieren van stimulatie van de borst kan het zijn dat er minder signalen worden afgegeven dat er een toeschietreflex nodig is. Doordat de baby moeizaam drinkt wordt de borst mogelijk onvolledig geleegd, waardoor er minder impuls is om voldoende melk aan te maken. Tenslotte kunnen de manieren die de baby zoekt om toch de borst te kunnen vasthouden en masseren ervoor zorgen dat hij verkeerde druk geeft en dat er op sommige plaatsen wrijving ontstaat. Hierdoor kan de moeder pijn krijgen door het platdrukken van de tepel, of kloven door de wrijving. Het onvolledig legen van de borst en eventueel het afknijpen door compensatie kan voor verstoppingen en borstontstekingen zorgen.
Samenspel en tegenspel, druk en tegendruk. Allemaal nodig voor een goed functionerende borstvoeding. Een kleine variatie op een enkel facet kan leiden tot verstoringen in het spel. Zoek op tijd hulp en blijf niet doormodderen met een baby die onrustig drinkt, die onvoldoende melk krijgt of met tepels die pijn doen en verstopte borsten. Roep liever een keer te vroeg of voor niks hulp in dan dat verkeerde patronen zich gaan inslijten en zoveel moeilijker weer te corrigeren zijn.