Pagina's

dinsdag 17 april 2012

Buideldier

Afbeelding: Kangoeroe met een jong in de buidel.
Soms zijn er van die onderzoeken waarvan je denkt: ‘’Er had zeker iemand een afstudeer onderwerp nodig’’. Want wat moet je nu met een onderzoek waaruit blijkt dat moeders die borstvoeding heel belangrijk vinden langer borstvoeding geven dan moeders die het alleen maar belangrijk vinden. Dat moeders die een vorig kind langer dan 6 maanden voedden nu ook geneigd zijn langer borstvoeding te geven dan moeders die een vorige keer korter dan een half jaar de borst gaven. Is het niet logisch dat naarmate iemand iets belangrijker vindt ze het langer doorzet, vooral als ze het al een keer eerder ervaren heeft? Een wel relevante uitkomst, hoewel niet echt nieuw, was dat kinderen die eerder dan 33 weken zwangerschap geboren worden waarschijnlijk korter borstvoeding krijgen dan kinderen die weliswaar ook te vroeg, maar na 33 weken worden geboren. Een tekortkoming van dit soort onderzoeken is dat er dingen worden gesignaleerd die wetenschappelijk vast staan, dubbel gecontroleerd en zeer significant en zo, maar dat je eigenlijk nog niks weet. Want waaróm is dat dan zo met die heel vroeg geboren kindjes? Alleen weten dat iets zo is lost het niet op. Is het omdat borstvoeding geven voor moeders die zo vroeg bevallen moeilijker is; omdat borstvoeding nemen voor die kindjes moeilijker is? Worden de cijfers beïnvloed door een hoog aantal kindjes waarbij de reden voor vroeggeboorte ook de reden voor voedingsproblemen zijn? Zijn dit kindjes waarvan de moeders borstvoeding maar belangrijk en niet heel belangrijk vinden of kindjes van moeders met nog maar weinig borstvoeding ervaring? Misschien staan die antwoorden in het volledige artikel (denk ik eigenlijk niet, maar het zou kunnen), maar het lijkt erop dat de auteurs of de uitgever dit soort uitkomsten stil willen houden, want het volledige artikel is alleen voor abonnees in te zien of voor mensen die voor een enkele peepshow een dikke vijftig dollar willen neertellen. Bij gebrek aan toegankelijke opheldering gaat de geïnteresseerde lezer dus maar filosoferen en proberen door redenatie en voorgaande kennis tot antwoorden te komen. De voeding van zeer vroeg geboren kinderen is op zijn zachtst gezegd problematisch. Die 33 weken is een grens die veelal wordt gehanteerd voor het in staat zijn tot gecoördineerd zuigen en drinken. Moeders die te vroeg baren maken een speciale melk voor vroeggeborenen en die is geschikt voor kinderen vanaf deze zwangerschapsleeftijd. Vroeger geboren kinderen hebben andere behoeften waaraan door enkel de onbewerkte elk van hun eigen moeder niet volledig word voldaan. Borstvoeding geven aan een kind dat vroeger dan 33 weken zwangerschap is geboren betekent altijd kolven voor kortere, maar vaak langere tijd. Kolven is niet de meest handige manier om voor het op gang brengen en houden van een goede melkproductie te zorgen. Bij al die puur praktische zaken moet dan zeker niet de emotionele toestand van de moeder worden vergeten: te vroeg gebaard, dus voelt ze zich door haar lichaam zwaar in de steek gelaten. En zal het lichaam dat haar één keer in de steek liet in staat zijn om de volgende taak, de baby voeden, wel naar behoren uit te voeren? Tel daarbij op de zorgen om het kind dat zo vreselijk hard moet werken om er doorheen te komen. Eigenlijk is het een wonder dat het überhaupt nog zoveel moeders lukt om hun veel te vroeg, te klein en vaak ziek geboren kindje nog borstvoeding te geven. Deze moeders (en hun partners) verdienen alle lof en steun die er te vinden is. een belangrijk hulpmiddel om het geven van borstvoeding (of het produceren van voldoende melk om op andere manieren te geven) te bevorderen en het leven van moeder en kind te veraangenamen, het emotionele en mentale verlies door de vroeggeboorte een beetje goed te maken, is Kangoeroe Moeder Zorg (KMZ, KMC). Onderzoeken door onder andere het Universiteitsziekenhuis in Uppsala, Zweden en door dr. Nils Bergman* tonen aan dat KMC niet alleen veilig is vanaf heel jonge leeftijd (extreem prematuren), maar ook positieve effecten heeft op het welzijn van het kind en de uiteindelijke opnameduur. Het zou prachtig zijn wanneer ook in Nederlandse en Vlaamse ziekenhuizen huidcontact tussen ouders en hun zeer vroeggeboren kinderen niet werd beperkt tot incidentele buideluurtjes, maar net als in Uppsala gedurende meer dan de helft van elke 24 uur kon worden toegepast.
*) Dr. Nils Bergman zal als spreker aanwezig zijn op het congres Borstvoeding Bruist in Ede op 25 september 2012. Vroege aanmelders kunnen na afloop van het normale dagprogramma een extra sessie met dr. Bergman bijwonen
Perrella SL, Williams J, Nathan EA, Fenwick J, Hartmann PE,  Geddes DT: Influences on Breastfeeding Outcomes for Healthy Term and Preterm/Sick Infants. Breastfeeding Medicine. -Not available-, ahead of print. doi:10.1089/bfm.2011.0118.