Foto: Pamela Anderson, actrice, vooral bekend om fraaie boezem in wisselend formaat, als eerste ten toon gesteld in Baywatch
Onder de zoogdieren zijn de uiterlijke kenmerken van de melkklieren van de mens nogal uitzonderlijk. Bij het overgrote deel van alle zoogdiervrouwen zijn er buiten de zoogperioden geen of nauwelijks zichtbare borststructuren. Kuddedieren zoals runderen en geitachtigen willen nog al eens een uier hebben, maar de exemplaren van de gefokte varianten maken deze dames tot de kunstmatig opgepepte pin-upgirls van de dierenwereld. Het aanleggen van de pasgeboren jongen vormt over het algemeen geen enkel probleem. Dan mensenmoeders. Maagden pronken met borsten alsof ze al volop aan het lacteren zijn (en als ze die niet van zichzelf hebben zijn ze redelijk eenvoudig aan te schaffen). Ze trekken strakke truitjes aan en wrijven hun tepels om ze te showen of ze dragen strakke truitjes en plakken de tepels af om ze niet te showen. Net als de rest van de borst worden ook de tepels onderworpen aan esthetische maatstaven: zo lang, zo groot in doorsnee en vooruitstekend. Rond en symmetrisch met beschaafde bobbeltjes. Tepels die zich niet laten zien, ingetrokken of vlakke tepels, worden gemanipuleerd om ze over te halen uit de kast te komen of er worden hulpmiddelen ingezet en zelfs operaties. Daarmee worden fraaie resultaten behaald. Bij chirurgische correcties is het wel jammer dat de functionaliteit wordt opgeofferd aan esthetiek. Maar ja, je kan niet alles hebben natuurlijk. De mechanische middelen, die meestal werken met een of andere vorm van zuiging, richten minder schade aan, maar moeten blijvend worden gebruikt.
Wanneer een vrouw borstvoeding gaat geven wordt er anders naar de tepels gekeken: zijn ze functioneel, kan er een baby aan drinken? Wel, laat me u gelijk uit de droom helpen: geen enkele baby kan effectief aan een tepel drinken. Dat gaat geheid fout. Een baby die een tepel in zijn mond neemt en gaat zuigen doet zijn moeder pijn en drukt de melkkanalen dicht, waardoor hij per saldo net zo weinig binnen krijgt als een kind dat het rietje in zijn ranja dichtbijt. Wij mensen geven namelijk borstvoeding, geen tepelvoeding. Tepels zijn wat het voeden aan de borst betreft eigenlijk vrij ondergeschikte onderdelen. Een baby hapt als het goed is aan met een wijd-open mond, waarbij hij ruim voorbij de tepel op het borstweefsel uitkomt. De tepel reikt daarbij met de punt zo’n tweeënhalf tot drie centimeter diep in zijn mond en vormt samen met het weefsel erachter een soort taps toelopende speen. In feite maakt het dus niet uit of die tepel stevig gevormd is of zacht en vlak of ingetrokken. Toch heeft de tepel wel degelijk een functie. De tepel is een soort doel, de roos waar de baby op mikt als hij aan de borst gaat. Vooral voor baby’s die al in de baarmoeder hebben geduimd, of bij wie er voor de eerste keer borst al iets anders in de mond was (een vinger voor mondonderzoek, uitzuigen van slijm, troost op een vinger, een eerste flesje of vingervoeden omdat moeder er nog niet was, …) is een wat steviger doel handig. Een zachte, vlakke of ingetrokken tepel herkennen ze wellicht niet als een zuigobject, waardoor ze minder goed pakken of niet gaan drinken. Vlak voor het voeden kan daarom de tepel worden gestimuleerd om te erecteren. Dat kan door iets kouds ertegen aan te houden, maar dat heeft mogelijk een negatief effect op de ontvangst capaciteit van de zenuwen die de seintjes voor hormonenafgifte moeten verzorgen. Een lichte, wrijvende massage werkt voor met name vlakkere tepels vaak ook goed. Vroeger werden vooral de Hoffmann’s oefeningen aangeraden: met twee vingers tegenover elkaar net naast de tepel op de tepelhof wordt de huid naar buiten en in de richting van de borstkas getrokken. Dit maakt de verklevingen los die de oorzaak van ingetrokken tepels kunnen zijn. Zuiging werkt over het algemeen ook goed. Dit kan met een kolf, een ouder kindje of een gewillige partner. Er zijn ook speciale apparaatjes die zuiging veroorzaken. De Niplette lijkt op een vingerhoedje met een steeltje waaruit met een spuitje de lucht wordt weggezogen. De Supple Cup is een siliconen hoedje waar de lucht wordt uitgeknepen als bij een balgkolfje. De bedoeling van deze apparaatjes is, net als bij de borstschelpen of tepelvormers, dat ze al tijdens de zwangerschap meerdere uren per dag worden gedragen. Het idee is dat de tepels daarmee permanent naar buiten komen en blijven. de waarschuwingen tegen het gebruik tijdens de laatste weken in verband met vroeggeboorte zijn meer bedoeld om de fabrikant in te dekken. Tepelstimulatie werkt niet om een baring op te wekken.
Een houding waarin de baby controle heeft over wat hij doet (achterover liggend, instinctief voeden, Biological Nurturing) en het vermijden van verwarring door andere objecten in de mond kunnen vaak al voldoende zijn om ook met ingetrokken tepels goed aan te leggen. In het uiterste geval, als niet anders werkt, kan een tepelhoedje uitkomst bieden. Een tepelhoedje is een tijdelijk hulpmiddel, waarvan de veiligheid ten aanzien van blijvend voldoende melkproductie en normalisering van het probleem, niet is aangetoond (MacKechnie&Eglash, 2010).
Van Veldhuizen-Staas: Borstvoeding Basis op Eurolac.net
McKechnie AC, Eglash A: Nipple Shields: A Review of the Literature. Breastfeed Med. 2010 December; 5(6): 309–314.
Kamalendu Chakrabarti and Subhra Basu: Management of Flat or Inverted Nipples with Simple Rubber Bands. Breastfeeding Medicine. August 2011, 6(4): 215-219. doi:10.1089/bfm.2010.0028.