Pagina's

vrijdag 10 mei 2013

Kooi

Foto: Hank Azaria als Agador, Gene Hackman als Sen. Kevin Keeley, Dianne Wiest als Louise Keeley en Christine Baranski als Katherine Archer in The Birdcage (1996)
Ik begin dit verhaaltje met dank aan Christa Wiersma-Schaap die dit citaat op mijn Facebook tijdlijn plaatste: (Alejandro Jodorowski:) ‘’Birds born in a cage think flying is a disease.’’

Alle opvattingen en ideeën die een mens heeft komen voort uit een bepaald perspectief, een bepaalde en bepalende context. Wat je ziet is wat je weet en zolang je geen middelen hebt om verder te kijken dan je eigen kooi is alles wat niet binnen de kooi past vreemd, afwijkend, mogelijk eng en waarschijnlijk gevaarlijk. Alleen het bekende is veilig. Als de kooi waarin een vrouw opgroeit een bepaald beeld over moederschap laat zien, zal zij andere vormen van moederen eerder vreemd en mogelijk beangstigend vinden.

Verwachtingen, ideeën en opvattingen van mensen zijn immers een projectie van hun perceptie van de werkelijkheid, zoals vormgegeven door de kooi waarin ze opgroeien. Maar wij zijn geen vogels en wij kunnen door de spijlen van de kooi heen kijken en zien dat daarbuiten nog een heel andere wereld is. En we kunnen, als we dat willen de kooi openmaken, en naar buiten gaan, onze vleugels uitslaan en ondervinden dat er heel wat meer mogelijkheden zijn dan die in de benauwdheid van de kooi. Vliegen blijkt helemaal geen ziekte te zijn, maar een mogelijkheid die de wereld grote maakt en de mogelijkheden eindeloos uitbreidt.

Ons maatschappelijk kooitje leert ons dat baby’s om de paar uur een flinke maaltijd naar binnen werken en tussendoor slapen. Dat zij slapen in hun eigen bed en binnen enkele maanden hun ouders in de nacht niet meer lastig vallen. Dat ze er alles aan doen om hun zin te krijgen en hun ouders naar hun schattige kleine hand te zetten. Dat alles wat ze goed doen hun eigen verdienste is en alles wat ze fout doen de schuld van de moeder. En dat alles wat ze anders doen dan dit beeld een ziekte is, net als vliegen is voor de gekooide vogel.

Een baby die net geboren is, heeft nog geen weet van het maatschappelijke kooitje en dit kooi-perspectief, heeft geen idee wat maatschappelijk aanvaardbaar gedrag voor baby’s is. Zijn perspectief is dat wat hij in zijn DNA, in zijn genen heeft meegekregen. Zijn perspectief is dat van het evolutionair geperfectioneerde systeem. Dat perspectief spreekt van nabijheid, liefde, lijfelijkheid, onbeperkt eten en slapen, wanneer en hoe veel dat nodig is.

Het is de gelukkige baby die zonder kooitje mag opgroeien, met als enige tralies de armen van zijn moeder of zijn vader. Tralies die zich als de tijd daar is, soepel laten openbuigen om de wereld erbuiten in te gaan. In vol vertrouwen dat de wereld daarbuiten goed is; in vol vertrouwen op eigen kunnen. Eerst koesteren en daarna met rust laten*, daarmee krijg je kinderen die vrij als een ongekooide vogel zijn en hun vleugels kunnen en durven uitslaan.

*) Jay Griffiths: Why parents should leave their kids alone.  The Guardian, 4 mei 2013