Te midden van pakken en dozen zit ik in een overgangsfase. Tussen twee huizen. Tussen twee fases van mijn bedrijf. Tussen twee levensfasen. Mijn oude woonhuis en vestigingsplaats afgesloten, maar de nieuwe nog niet op orde en werkend. Overgang is verandering en verandering is goed. Het vernieuwt, het brengt vooruit. Het brengt verder.
Het hele leven hangt van overgangen en veranderingen aan elkaar. Als lactatiekundige heb ik daar natuurlijk ook veel mee te maken, want de eerste levensjaren geven een overdaad aan fases en overgangen. Op het gebied van voeding komt de eerste grote verandering als een kindje na een half jaar uitsluitend melk als voedsel opgenomen te hebben gaat beginnen aan vast voedsel. Traditioneel is dit voedsel in een overgangsfase tussen vloeibaar en vast in: papjes en prutjes. Dat komt omdat generaties lang kinderen al ver voor die zes maanden grens ander eten dan melk kregen aangeboden. Omdat kinderen in die fase nog niet in staat zijn om te kauwen kunnen ze alleen vloeibaar of semi-vloeibaar voedsel verwerken. En zelfs dat gaat nog moeizaam als het niet drinkend wordt ingenomen. Maar hoewel nu algemeen wordt aangeraden tot een half jaar te wachten met ander eten naast melk, krijgen nog veel kinderen dat eerste andere eten in een min of meer vloeibare vorm. Ondefinieerbare breivormige prut in vage kleuren en onbenoembare smaken worden naarstig naar binnen gelepeld. Het nuttige effect is discutabel. Kinderen leren hiermee niet hoe echt eten eruit ziet, hoe het voelt en hoe het smaakt. Ze leren niet zelf eten en ze leren niet luisteren naar hun lichaam over honger en verzadiging of over hoe hun lichaam bepaald voedsel accepteert. Als de brei dan nog een waardevolle aanvulling zou zijn op de inname aan voedingsstoffen zou je dat nog op de koop toe kunnen nemen. Onderzoek door Zand et al (2011) in Engeland heeft nu echter aangetoond dat kant en klare babymaaltijden ernstige tekorten vertonen in de hoeveelheden micronutriënten die ze bevatten. Twee potjes en 600ml kunstvoeding geven een dreumesje 20% minder van een aantal mineralen dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.
Het is duidelijk dat een baby van zes maanden oud zijn voedingswaarde met name nog uit zijn melk moet halen, bij voorkeur zijn speciaal op maat gemaakte moedermelk. De hoeveelheid moedermelk die een kind van 7, 9 of 11 maanden drinkt, hoeft nog niet echt minder te zijn dan een kind van 5 maanden binnenkrijgt. Het vaste voedsel komt erbij. In de eerste fase is het eten van vast voedsel vooral een verkennende fase: wat is dat voor een spul, is het überhaupt eetbaar en hoe voelt het, hoe smaakt het? wat doet het met mijn buik als ik dit eet? Het is vooral ook een fase waarin een kind voedsel leert kennen en herkennen. gepureerd voedsel is daarvoor niet geschikt, want dat maakt dat alle soorten voedsel er identiek uitzien en aanvoelen. Eerlijke groenten en fruit, in herkenbare vorm en in een formaat dat door het babyknuistje kan worden gehanteerd is ideaal om mee te beginnen. Het bevat ook precies de hoeveelheden vitaminen, mineralen en sporenelementen die kindjes nodig hebben.
Voedselintroductie bij Kenniscentrum BorstvoedingNazanin Zand, Babur Z. Chowdhry, Francis B. Zotor, David S. Wray, Paul Amuna, Frank S. Pullen. Essential and trace elements content of commercial infant foods in the UK. Food Chemistry, 2011; 128 (1): 123 DOI: 10.1016/j.foodchem.2011.03.005
Kleintjes S: Eten voor de kleintjes
Eurolac Flits! met label vaste voeding