Foto: Actrice Kristen Stewart heeft precies de goede lichte afwijking in evenwicht tussen boven en onderlip om haar te laten lijken op Bella Swan, hoofdpersoon in de boeken van de Twilight-serie door Stephenie Meyer
Een zuigeling is een mondig mens. Niet dat hij veel in te brengen heeft over het algemeen, maar een zuigeling zit nooit met zijn mond vol tanden. Hoewel hij wel een flinke mond kan opzetten praat hij nooit iemand naar de mond en heeft over het algemeen een lekker bekkie. En ondanks dat hij nog niet kan praten kan hij met zijn mond al wel veel vertellen. In en aan de mond van een zuigeling is veel te zien over zijn conditie en zijn functioneren.
De lippen van een babymondje zijn niet in evenwicht, maar de onderlip is ietwat kleiner en staat ietsjes naar achteren in verhouding met de bovenlip. De onderkaak van een pasgeboren kind is nog niet volledig ontwikkeld tot de krachtige kaaklijn die later het gezicht zijn karakteristieke aanzien zal geven. Dat geeft niet, dat is zelfs de bedoeling. Een zuigeling moet er nog niet karakteristiek, maar vooral lief en, onschuldig uitzien en beschermende instincten oproepen. Samen met het ronde, zachte gezichtje lukt dat met zon licht wijkend kinnetje prima. Maar die wijkende kin zorgt er ook voor dat een baby de bolronde borst makkelijker kan aanhappen en ver in de mond nemen om goed te drinken.
Gaan we verder in de mond kijken, dan zien we als eerste het ontbreken van tanden. Die heeft hij ook voorlopig nog niet nodig, omdat hij op een volledig vloeibaar dieet staat. Wat er wel aanwezig is, zijn anti-slip voorzieningen. Een soort bultjes aan de binnenkant van de lippen en ribbeltjes in het gehemelte zorgen er, samen met de vetkussentjes in de wangen, voor dat de borst goed in de mond kan worden vastgehouden tijdens het drinken en niet telkens in en uit glibbert. De volle bovenlip en de wat kleinere onderlip sluiten om de kaakranden heen de mondholte luchtdicht af rond de borst.
De tong en het gehemelte kunnen samen bijna een koker vormen waar de borst precies in past. De tong vormt zich tot een kom die de borst van onderaf omvat en tegen de tegengestelde komvorm van het gehemelte duwt. Vervolgens maakt de tong van voor naar achter golvende bewegingen die de borst extra tegen het gehemelte masseert en de melk de goed kant op stuwt. Dit wordt ondersteund door de zuigende werking van het vacuüm. Het achterste deel van de tong omvat geen borst, maar vormt een opvanggootje voor de melk die zo makkelijk naar de keel stroomt.
Zoals bij alle onderdelen van het lichaam wordt het basispatroon in ontelbare varianten afgeleverd. De meeste varianten hebben geen invloed op het functioneren van het onderdeel, maar sommige wel. En gehemelte kan een hogere of smallere boog vormen of onregelmatigheden vertonen. Daardoor kan de borst minder goed passen, in een kuiltje klem komen zitten of langs richeltjes schuren. Of er kan een opening naar de neusholte zitten waardoor er geen vacuüm kan worden gevormd. Dat laatste moet operatief worden gecorrigeerd, de andere vormen kunnen meestal door wat aanpassingen in aanleggen en houdingen worden opgelost.
En tong kan te ver naar voren aan de mondbodem vastzitten of het riempje waarmee het vastzit is te kort of te stug. Daardoor kan de tong niet alle bewegingen die nodig zijn voor goed aan de borst drinken maken. Hierdoor kan de moeder pijnlijke en kapotte tepels krijgen of een borstontsteking en de baby kan onvoldoende melk binnen krijgen om te groeien. Omdat de baby de tong niet goed kan bewegen kan hij ook zijn mond niet schoon maken en kunnen schimmels en zo zich makkelijker verspreiden. Kinderen met een afwijkende tongriem hebben dus meer kans op spruw en op spruw die zich moeilijk laat behandelen. Ook de lippen zitten vast met een riempje dat met name bij de bovenlip aan de korte, strakke of dikke kant kan zijn. Daardoor kan de bovenlip moeilijker uitkrullen en moeilijker vacuüm maken. De compensatiebewegingen kunnen tot pijn en wondjes bij de moeder leiden. Zowel variaties van de tong- als van de lipriem kunnen later leiden tot afwijkingen in de groei van het gebit en de kaken.
Variaties op het uiterlijk van de binnen- en buitenkant van de mond kunnen ook ontstaan tijdens de borstvoedingperiode. Kinderen die te hard of op een verkeerde manier zuigen kunnen blaartjes in het midden van de bovenlip of over de hele bovenlip krijgen. Dit is op zich niet ernstig, maar kan wel duiden op een probleem met het drinken.
Eurolac Flits! met label drinkproblemen, variatie, tongriem, lipriempje, spruw