Pagina's

maandag 18 februari 2013

Onaangepast

Foto: Ben Miller als  DI Richard Poole, de onaangepaste, stijve, altijd in pak geklede Britse detective op een caraibisch eiland, die in Death in Paradise toch uiteindelijk goed functioneert (met Sara Martins als agente Camille Bordey).
Sociaal levende wezens moeten beschikken over het vermogen om zich aan te passen aan de groep waarin ze leven. Wie zich niet aanpast valt buiten de groep en dat is voor sociale wezens haast het ergste wat er kan gebeuren. De outcast heeft minder goede overlevingskansen. Bij sommige sociale diersoorten worden niet-aangepasten zonder pardon gedumpt en letterlijk buiten de groep gezet. Aanpassingsvermogen is dus belangrijk voor het overleven of op zijn minst voor kwaliteit van leven en welzijn. Mensen zijn ook van die sociale wezens die zich over het algemeen bij voorkeur aanpassen aan de groep, erbij willen horen, mee willen doen. Maar sommigen doen dit liever niet. En bij mensen kan dat soms gewoon wel werken of zelfs een voordeel zijn.
Het zich aanpassen aan de gedrag en de normen van de groep kan voor moeders en baby’s soms regelrecht averechts werken. Probleem is namelijk dat die baby’s dat groepsgedrag nog niet zien en herkennen en zelf heel ander gedrag verwachten van hun moeder. De baby is volledig aangepast aan het soort-eigen groepsgedrag, de instincten van de soort, zou je kunnen zeggen. Tot voor een paar honderd of zelfs een paar duizend jaar geleden (evolutionair gezien pas gisteren) was het overleven van het mensenkind en daarmee van de soort gebaat bij gedrag van moeders en kinderen en de rest van de groep dat ervoor zorgde dat moeder en kind voortdurend in nauw lichamelijk contact waren, dat de baby nooit om zijn moeder hoefde te roepen, dat er altijd eten voor hem klaar was en dat zijn moeder al haar aandacht op hem en hun relatie kon richten. Moeders en baby’s waren volkomen aangepast aan dit verwachte groepsgedrag. Dit gedrag werd bevestigd door de hogere overlevingskansen voor kinderen van aangepaste moeders.
Inmiddels is de groep veranderd en het groepsgedrag ook. Moeders die zich nu aanpassen aan de groep, vertonen niet meer het gedrag dat de baby van een goed aangepaste moeder verwacht. Toch wordt dit gedrag bevestigd, want de baby’s overleven evengoed wel. Ze zijn gemiddeld wat vaker ziek en gemiddeld ook iets ernstiger ziek, maar omdat dat inmiddels zo veel voorkomt, wordt dat nauwelijks meer opgemerkt als afwijkend. Het is aan de baby om zich aan te passen aan dit andere groepsgedrag. Sommige baby proberen dat ijverig en ze slagen er ook nog goed in. Ze vertonen aangepast gedrag en slapen en eten volgens de patronen die de groep verwacht. Ze lijken er nog op te gedijen ook.
Andere baby’s snappen niet wat er van ze wordt verwacht en zij proberen tot huilens toe aan de verwachtingen te voldoen die in hun blauwdruk zitten ingebouwd. Ze snappen niet waarom er geen moeder in de buurt is als zij alleen en bang zijn. Als ze alleen zijn en honger hebben. Als ze alleen zijn en een mens nodig hebben. Als ze alleen zijn. Ze zijn volkomen onaangepast aan de groep waarin ze zijn geboren. Alsof een antilope-kalf in een leeuwengroep is geboren. Voor het overleven van het jong is het in zo’n geval nodig dat de moeder ook onaangepast aan de groep wordt en het jong benadert zoals hij het nodig heeft. Voor een leeuwen-moeder zal dat een fikse klus zijn. Voor een mensenmoeder is dat veel minder moeilijk. Het moeilijkste deel voor de mensenmoeder is dat zij buiten haar sociale groep kan gaan vallen. Fysiek is ze volkomen in staat zich te gedragen zoals haar baby van haar verwacht. Haar lijf zal waarschijnlijk zelfs beter functioneren als ze het gebruikt zoals bedoeld.
Bij mensen is aangepast en onaangepast een redelijk rekbaar begrip en mensen zijn in staat subgroepen te vormen waarin het individuele, elders onaangepaste gedrag plotseling wel aangepast is. Ze moeten alleen weten dat er anderen zijn die ook in zo’n subgroep willen thuishoren. We zijn sociaal levende wezens en we hebben absoluut een groep nodig waarin we ons aangepast voelen. Dus maken we die groep zelf, samen met verwante zielen. En als we dan zo’n groep van andere onaangepasten hebben gevonden, blijkt dat we niet de enige gekken zijn en dat we binnen onze subgroep juist de normalen zijn.
Eurolac Flits! met label gedrag, soortspecifiek. Deze links leiden naar een lijst met blogs met dit label, klik op de plaatjes in de linkerzijbalk voor meer verhaaltjes.