Foto: Dame Maggie Smith als macabere substituut moeder in een domineesgezin met een overspelige moeder en een ontsporende dochter in Keeping Mum
Als je aan een klein meisje vraagt wat ze wil worden als ze later groot is, is de kans groot dat ze als antwoord geeft dat ze liefst moeder wil worden. Moeder is haar voorbeeld en rolmodel, de allerbeste mama van de hele wereld, en voorlopig wil ze niets liever dan net als mama zijn. Vervolgens groeit het meisje op en de kans da ze moeder wordt, ooit, is groot. Waarschijnlijk wordt ze ook nog wat anders of verschillende andere dingen, want een mens vervult tijdens het leven vele rollen. Sommige rollen komen als vanzelf, voor sommige volg je een opleiding en voor andere moet je maar zien hoe je je erin inleeft. Moederschap hoort tot de laatste categorie. In sommige culturen is moederschap een rol die wel degelijk wordt geleerd. Meisjes groeien daar op in een omgeving waarin ze moederrol door verschillende vrouwen ingevuld zien worden. Ze leven mee en zien hoe moeders omgaan met kinderen, waaruit hun dagelijkse bezigheden bestaan. Ze zien moeders bezig met hun baby’s, ze verzorgen en voeden. Zo leren ze door afkijken en door imiterend spel hoe dat werkt, dat moeder-zijn. In onze samenleving kan een meisje opgroeien zonder ooit een baby echt van dichtbij gezien te hebben en zeker zonder ooit een baby aan de borst gezien te hebben. Borstvoeding geven is in onze maatschappij eigenlijk not-done. Men belijdt met de mond het belang van borstvoeding voor de baby, maar dan alleen voor de heel jonge baby en bij voorkeur binnen de beslotenheid van het eigen huis. Vervolgens wordt haar aan alle kanten verteld dat ze vooral borstvoeding moet geven. Ze krijgt eveneens van alle kanten adviezen van zorgverleners, sommige zinnig en andere niet, maar minimaal 3 die elkaar volledig tegenspreken. Steun van haar omgeving is lang niet altijd aanwezig en vaak wordt haar besluit om borstvoeding te geven met scepsis aangehoord of rondweg afgewezen. Van de ruim 80% van moeders die tegen het einde van de zwangerschap aangeven borstvoeding te willen geven beginnen er al een paar helemaal niet aan en stopt een klein deel al voor het kraambed is afgelopen; tegen het einde van de eerste maand is al de helft gestopt en ongeveer een kwart van alle kinderen krijgt tegen een half jaar nog voor ten minste een deel borstvoeding. Bij veel van deze moeders, zeker bij het stoppen in de eerste weken of maanden, was dit stoppen niet het plan, maar het resultaat van de omstandigheden. Meest gegeven reden is ‘niet genoeg melk’. Het idee onvoldoende melk te hebben is universeel, komt in alle culturen voor. In een groot deel van de gevallen is het inderdaad een idee en niet een werkelijk te krappe melkproductie (hoewel dat niet onmogelijk is). De andere veel gegeven reden ‘pijn bij het voeden’, is minder universeel, maar in geïndustrialiseerde samenlevingen wel veel voorkomend. Zowel een ontoereikende melkproductie als pijn bij het voeden zijn voor een flink deel te voorkomen of te verhelpen door goede voorlichting en begeleiding. Voor goede voorlichting en begeleiding is het een voorwaarde dat zorgverleners zelf een degelijke kennis hebben over het functioneren van de lactatie, zowel aan de kant van de moeder als die van het kind. Veel van de meest gegeven adviezen rondom borstvoeding getuigen juist van een niet begrijpen van hoe borstvoeding werkt. Van hoe baby’s werken. En moeders. Het zijn adviezen die het goed op gang komen en houden van een toereikende melkproductie tegenwerken en die maken dat baby’s niet op de goede manier drinken, waardoor ze de tepels van hun moeder kapot maken en onvoldoende melk binnen krijgen. Als dan de hoeveelheid melk minder is dan wat de baby nodig heeft, of als de moeder alleen nog huilend van de pijn kan voeden, is er geen antwoord. Geen oplossing met behoud van borstvoeding. Want wie niet weet hoe het werkt, weet ook niet hoe problemen op te lossen. En dus stopt de moeder ruim voordat ze dat van plan was. En is ze boos op mensen die haar vertellen hoe geweldig borstvoeding is. Want dat doet pijn, bovenop de pijn die ze al had over het niet bereiken van haar eigen doelen. Ze is eigenlijk boos op zichzelf voor het niet bereiken van het ideaal dat ze had toen haar als klein meisje werd gevraagd wat ze wilde worden: de beste moeder in de wereld. Maar in de ogen van haar eigen kind, jongen of meisje, is ze precies dat: de allerbeste moeder in de wereld, wat ze ook doet, welke voeding ze ook geeft en ongeacht of ze haar eigen doelen bereikt.