In meerdere eerdere blogs had ik het al over de normaalheid van borstvoeding. Borstvoeding is niet het beste, heeft geen voordelen, is niet bijzonder of magisch. Borstvoeding is gewoon, is de norm. De substituten, die zwaar gepromoot worden door de fabrikanten die hun beurzen en die van hun aandelenhouders gezond moeten houden, worden beter en beter, maar halen de norm nog niet eens een beetje. Geen borstvoeding geven stelt baby’s bloot aan een diversiteit aan risico’s. Die risico’s kunnen worden ingedeeld in een aantal categorieën. Deze categorieën zijn bacteriële vervuiling van het poeder als gevolg van het productieproces, door onhygiënisch klaarmaken of niet goed reinigen van de flessen en spenen en door het bewaren van het geopende pak en van vooraf klaargemaakte melk; lekkende chemicaliën van de verpakking van het poeder en van de flessen of spenen; mechanische complicaties zoals verslikken door te snel stromende melk, onvoldoende huidcontact, overeten door te snelle stroom; immunologische risico’s zoals het beschadigen van de darmwand en onvoldoende beschermende stoffen in de melk; nutritieve tekortkomingen doordat er stoffen niet inzitten (de vele nog niet geïdentificeerde componenten of componenten die te duur of te moeilijk zijn om toe te voegen), onevenwichtigheid in nutriënten door het gebruik van lichaamsvreemde suikers, vetzuren en dergelijke en onvoldoende opname van nutriënten waardoor het nodig is die in overdadige hoeveelheden toe te voeden, zoals ijzer en vitamine D.