Pagina's

zondag 20 januari 2013

Leeftocht

Foto: Voorbereiden op voedseltekort. Henderson, E: Waste Not Want Not: Prepare For Winter. Ideele reclameposter. Canada Food Board, Ottawa. WW I
Zoogdieren zogen. De mens is een zoogdier en dus zoogt de mens. De mensenvrouw dan toch. De mensenman zou het ook kunnen, maar die doet het meestal toch niet. Mensenvrouwen doen het ook niet altijd, alleen als er een kind is om te zogen. En zelfs dan niet altijd. De mens is het enige zoogdier dat ervoor kan kiezen om wel of niet te zogen, ongeacht of er een kind is om gezoogd te worden of niet. De mens is ook het enige zoogdier dat problemen, die worden veroorzaakt door een fout in het ontwerp of door iets wat mis ging bij het kind, weten te omzeilen en toch te zogen of iets te doen dat daar dichtbij komt. De mensenvrouw kan een andere mensenvrouw laten zogen of zij kan haar melk afkolven om die op een andere manier aan haar kind te geven als direct aan de borst drinken om welke reden ook niet mogelijk is. Of zij kan zelfs een andere mensenvrouw vragen melk af te kolven zodat zij die aan haar kind kan geven als zij zelf geen melk heeft of blijkt te kunnen maken.
Ik bladerde eens door een borstvoeding protocol in een ziekenhuis en mijn oog viel op de zinsnede ‘’een baby is de krachtigste kolf’’. Een waarheid als een koe, die ik zelf ook graag verkondig, maar die toch niet altijd accuraat is. Sommige baby’s zijn helemaal niet krachtig of om andere redenen niet in staat om aan de borst te drinken. Dat kan aan de borst liggen of aan de baby of aan beide of aan nog niets anders, maar dat is een verhaal voor een andere keer. Dit verhaal gaat over het verzorgen van leeftocht voor een baby die nog niet is geboren. En als er geen baby is, is hij ook niet krachtig en zal er anders gekolfd moeten worden. Met de hand of met een machientje. Waarom zou je dat doen? En hoe doe je dat en wanneer en hoe vaak en hoe veel? En is het om te beginnen wel een goed idee om te kolven als de baby nog niet geboren is?
Afkolven als de baby nog niet is geboren kan verschillende indicaties hebben. Eén ervan kan zijn dat moeders erg ongemakkelijk kunnen zijn met het hanteren van hun eigen lichaam, met name de borsten. Leren kolven met de eigen hand leert ze naast een nuttige techniek ook om hun eigen lichaam aan te raken zonder bijgedachten. Het doel is dan niet zozeer het verzamelen van melk voor de baby, maar het aanleren van een vaardigheid en zich daar gemakkelijk bij voelen. Maar de eerste redenen gaan wel degelijk over het verzamelen van voedsel voor de baby in de eerste uren of dagen na zijn geboorte. Wordt een baby dan niet aangeleverd met zijn eigen leeftocht in ruime hoeveelheden? Jazeker is dat zo, en dus zal het over het algemeen volkomen onnodig zijn om er een extra voorraad van aan te leggen. Het punt is dat niet iedereen van dat feit overtuigd is en dat men vaak denkt dat kinderen in sommige omstandigheden meer nodig hebben dan dat er voor hen voorradig is, of denken dat moeders die eerste dagen sowieso nog te weinig maken.
Bovenaan de indicatielijst staan moeders die erg veel aankomen tijdens de zwangerschap, zwangere diabetica en zwangeren met zwangerschapsdiabetes. Van de kinderen van deze zwangeren wordt verwacht dat ze veel suiker nodig hebben en dat gewoon drinken aan de borst daarin niet kan voorzien. Over het algemeen zal dan door de kinderarts bijvoeding met kunstvoeding worden aangeraden. Om dat te voorkomen krijgen deze vrouwen dan van borstvoeding counselors het advies om dan maar in de zwangerschap alvast colostrum af te kolven. Zo kunnen ze hun kind extra voeding geven zonder dat er kunstvoeding aan te pas hoeft te komen. Dat is natuurlijk een loffelijk streven, maar ik denk dat een betere educatie van degenen die om te beginnen de bijvoeding voorschijven een gewenstere route is.
Het voorschrijven van bijvoeding, en zeker het routinematig voorschrijven op basis van een bepaald gewicht of aandoening van de moeder of van het geboortegewicht van de baby, is gebaseerd op een aantal niet altijd juiste aannames en is over het algemeen niet op wetenschappelijk bewijs gebaseerd. Dat zelfde geldt voor het soort bijvoeding, de hoeveelheden en de manier van toediening. Het eerste feit dat volkomen over het hoofd wordt gezien is dat elke pasgeborene in de eerste uren van zijn leven lage tot zeer lage bloedsuikerwaardes heeft en dat dat volkomen normaal is. De eerste uren na de geboorte zijn een transitieperiode, waarin vrijwel alle systemen van het kind moeten worden omgezet van kant en klaar aangeleverd en niets zelf hoeven voorzien naar overal zelf voor moeten zorgen. Insuline bijvoorbeeld werd voor de geboorte ingezet als groeihormoon, want er hoefde nog geen suikervertering te worden gepleegd. Na de geboorte moet dat systeem worden omgebouwd zodat insuline wel voor de vertering van suikers kan worden ingezet. In die periode van omzetting zijn de bloedsuikerwaarden laag, want er is geen insuline om de suiker te verwerken. De energievoorziening wordt daarom tijdelijk waargenomen door ketonen.
De eerste voeding die is voorzien voor zuigelingen is relatief laag in suikers, juist omdat die nog even niet goed verwerkt kunnen worden. Er zitten wel allerlei andere noodzakelijke nutriënten en beschermende stoffen in, die het kind absoluut nodig heeft. Door een kind andere voeding bij te geven (of dit nu van een koe komt of uit de prenataal gekolfde voorraad van zijn eigen moeder) worden de aanmaak en afgifte van het colostrum en alle noodzakelijkheden erin belemmerd, geremd en/of tegengewerkt. De maag van de pasgeborene is nog erg klein en kan de eerste 24 uur maar een flinke theelepel vloeistof bevatten en comfortabel verwerken. Dit verwerken gaat dan vrij snel, zodat er snel weer een theelepel bij kan. Wanneer die maagvulling niet direct uit de borst komt vermindert dat de aanzet tot aanmaak van colostrum (en van melk later). En wat direct uit de borst komt, komt het meest overeen met wat de baby op dat moment precies nodig heeft, inclusief de meest recente versie van antistoffen.
De tweede fout die vaak wordt gemaakt is het absolute negeren van de fysiologie van de pasgeborene door veel te grote voedingen veel te ver uit elkaar te geven. Dat is, naast het in beslag nemen van ruimte voor vers colostrum, een aanslag op het functioneren van de maag door overrekking. Het kost het kind een boel energie om met een zo overdadig gevulde maag te werken. Energie die dus niet kan worden gebruikt aan groeien, warm blijven en zich aanpassen aan het buitenbaarmoederlijk leven. Maar de grootste fout is dat er voor het herstellen van de suikerhuishouding grote hoeveelheden suiker ver uit elkaar worden gegeven. Iedereen die werkt met mensen met een verstoorde suikerhuishouding weet dat je suikers zo gespreid mogelijk moet geven om de verschillen klein te houden. Grote hoeveelheden ver uit elkaar veroorzaakt een kunstmatige afwisseling van hyper- en hypoglycemie. Precies wat je niet wilt en precies wat de fundering is voor een problematische insulinewerking.
Pasgeboren kinderen hebben vaak een klein beetje colostrum nodig, bij voorkeur direct uit de borst. Is dat niet mogelijk, dan is de eerste stap om minimaal elk uur een beetje colostrum uit te drukken en dat op een lepeltje te geven. En blijven aanleggen tot de baby het zelf kan. Mocht nu blijken dat er niet elk uur een lepeltje colostrum te halen valt, dan kan er in diezelfde hoeveelheden iets anders worden bijgegeven, na de poging om de baby het zelf uit de borst te laten halen. En ja, dan zou het fijn zijn als er een beetje colostrum op voorraad was om er voor te gebruiken en kunstvoeding te vermijden. Maar of dat voldoende reden is om maar iedereen aan te raden een voorraad aan te leggen? Het komt maar hoogst zelden voor dat een vrouw geen of te weinig colostrum produceert. Zelfs als later zou blijken dat de rijpe-melkproductie te wensen overlaat is de productie van colostrum over het algemeen nog binnen aanvaardbare grenzen.
Overigens is het afkolven van colostrum voor de baby is geboren volkomen veilig en geen risico voor vroeggeboorte. De hoeveelheid oxytocine die vrijkomt door tepelstimulatie is in de verste verte niet voldoende om een baring op te wekken, tenzij die bevalling al op punt van beginnen staat. Dus wie voor de zekerheid en om de techniek te oefenen wil afkolven tijdens de zwangerschap: prima, vooral doen. Begin in de achtste maand ongeveer en oefen vooral met afkolven met de hand, een kolf doet op dit moment niet veel. Bewaar de melk in de vriezer met een duidelijk etiket met dag en uur van kolven. Bewaar het in de kleine porties die gekolfd zijn*, want een pasgeboren kindje heeft maar kleine beetjes tegelijk nodig. En laat je niet gek maken met spookverhalen over verhongerende kinderen als e er geen halve flessen kunstvoeding inkiepert. Laat degene die dat voorschrijft eerst maar eens met wettig en overtuigend bewijs komen.
*) investeer in de aanschaf van plastic eierlepeltjes. Kolf op het lepeltje, bind er een plastic zakje of stukje vershoudfolie omheen en vries in. Na invriezen verzamelen in een diepvriesbakje. Neem voor gebruik per stuk uit het doosje, leg op een lepeltje om te ontdooien en voed direct vanaf het lepeltje. Dit is de makkelijkste methode. Of investeer in de aanschaf van kleine spuitjes (zonder naald). Zuig de afgekolfde melk op in de spuitjes in porties van maximaal 5 ml. Vries in in de spuitjes (zorg voor goede etikettering). Breng na ontdooien de inhoud van 1 spuitje over op een lepeltje en voed vanaf het lepeltje. dit is de schoonste methode.
Eurolac Flits! met label afkolven, zwangerschap, prenataal afkolven. Deze links leiden naar een lijst met blogs met dit label, klik op de plaatjes in de linkerzijbalk voor meer verhaaltjes.