Foto: Richard Dreyfuss als Roy Neary in Close Encounters of the Third Kind
Als sociaal wezen heeft de mens behoefte aan ontmoetingen met andere mensen of ten minste andere sociale wezens. Die behoefte hebben alle sociale wezens. Voor de meeste sociaal levende dieren is enkel in elkaars buurt zijn niet voldoende en is lichamelijk contact ook noodzakelijk voor een goed functioneren van de individuen. Aanraking is voor mensen net zo belangrijk als eten, drinken en ademen. Hoe jonger, hoe kleiner en hoe kwetsbaarder de mens, hoe belangrijker de aanraking wordt.
Het best ontwikkelde zintuig van een kind bij de geboorte is niet de reukzin (hoewel die dicht erbij op een tweede plaats komt), maar de tastzin. De reukzin, het gezicht en het gehoor zijn specifiek gerelateerd aan een duidelijk orgaan, respectievelijk de neus, de ogen en de oren. De tastzin is gelokaliseerd in de huid. De huid is ook een orgaan en is voorzien van een uitgebreid netwerk van zenuwen. Binnen de tastzin kunnen specifiek onderscheiden worden het waarnemen van temperatuur (thermoceptie) en het waarnemen van pijn (nociceptie), maar die kunnen ook op andere plaatsen dan de huid worden waargenomen.
Die goed ontwikkelde tastzin van een pasgeboren kind heeft een belangrijke functie bij zijn eerste ontmoetingen met zijn moeder. Daarom is het belangrijk dat die eerste ontmoeting plaats vindt met ononderbroken huidcontact tussen het kind en zijn moeder. Bij het ontbreken van de beschikbaarheid van de moeder kan ook de vader deze taak prima uitvoeren. De aanrakingen en wrijvingen van de huid van het kind tegen die van zijn moeder zijn aanleiding tot een cascade van reflexen en hormonale activiteiten, die op hun beurt weer aanzetten tot heftige hersenactiviteit.
Eén serie reflexen en hormonale reacties zorgt ervoor dat het kind op weg gaat naar zijn voedselbron. Terwijl de richting wordt gewezen door de eveneens goed ontwikkelde reukzin, zorgen reflexmatige bewegingen van de voeten en benen ervoor dat hij zich voortbeweegt naar de borst van zijn moeder. Die bewegingen en het wrijven van zijn huid over die van zijn moeder zorgen er bij zijn moeder voor dat de borsten zich voorbereiden op het loslaten van melk. Tegen dat zijn gezicht in de buurt van de borst en tepel komt, intensiveert hij de bewegingen van zijn hoofd om zoveel mogelijk prikkels te krijgen voor de zenuwen in de huid. Die zenuwprikkeling zorgt voor het sturen van gegevens naar de hersenen, die die gegevens organiseren, interpreteren en er vervolgens feedback op geven. Uiteindelijk vindt hij de borst, hapt aan en heeft zijn voedsel veilig gesteld.
Terwijl de baby zijn huid gebruikt om te voelen, gegevens naar de hersenen te sturen en die te verwerken, doet de huid van zijn moeder hetzelfde. Ook bij haar komt er een hormonale respons als feedback op de verwerking van de data in haar hersenen. Daarnaast werkt bij haar ook het thermoceptische aspect op volle toeren. De huid van de moeder registreert de temperatuur van haar kind en de feedback door de hersenen zorgt ervoor dat haar huidtemperatuur zich instelt op het behouden van die temperatuur of het verhogen of verlagen ervan, al naar gelang de temperatuur van het kind en wat deze zou moeten zijn.
Misschien wel het belangrijkste effect van deze lichamelijk, zintuiglijke ontmoeting van het pasgeboren kind met zijn moeder is het werk dat zijn hersenen erdoor verzetten. Zijn zintuiglijke waarnemingen (niet alleen van de tastzin, maar ook door ruiken, horen en proeven) zorgen voor de drukste dag in het hoogseizoen. Het hoogseizoen van de hersenontwikkeling valt in de eerste drie jaren na de geboorte en de eerste dag is daarvan de drukste. Alle dat die binnenkomt in de hersenen wordt direct verwerkt. Er is nog weinig aan referentiekaders, dus voor alles moeten nieuwe verbindingen en plaatsen worden gevonden. Alles wat het kind in die eerste dag van zijn leven meemaakt is nieuw, is een eerste keer, een unicum en daardoor is de inprenting het diepst. Die eerste ontmoeting zorgt voor de eerste ervaringen en die eerste ervaringen leggen de basis voor hoe de hersenen gaan werken en datastromen gaan verwerken.
Die eerste ontmoeting van het kind en zijn moeder leggen de basis voor zijn verdere hersenontwikkeling, maken een patroon voor hoe zijn hersenen zich gaan ontwikkelen en hoe hij zich als persoon in een sociale leefomgeving zal ontwikkelen. Voor de moeder is die eerste ontmoeting ook bepalend voor hoe zij zich als moeder gaat ontwikkelen, voor de moederschapsstijl die zij gaat gebruiken.
Hoe belangrijk zo’n First Encounter ook is, wanneer er door omstandigheden iets mis gaat met die eerste ontmoeting is de mens over het algemeen flexibel genoeg om het in te halen. Het is vrijwel nooit ‘’eens verloren, al verloren’’. er moet dan wellicht wat harder voor worden gewerkt, er moet meer over worden nagedacht en vooraf gepland, maar die eerste drie jaren duren nog lang en er is nog van alles mogelijk. Zoals mijn wijze Grootmoe al zei: Mensen? Dat is net onkruid, niet kapot te krijgen.’’ Maar als het gelijk goed kan, is dat wel zo mooi.
Eurolac Flits! met label hersenen, hersenontwikkeling, moeder en kind nabijheid, hormonen, reflexen