Pagina's

donderdag 10 maart 2011

Risicogedrag

Zorginstanties en overheden zijn zich sterk bewust van de gevaren van risicogedrag van jongeren en voeren uitgebreide, intensieve en soms zeer confronterende campagnes om dit gedrag tegen te gaan. Ook naar ouders van jonge kinderen toe worden heftige campagnes gevoerd om risico’s voor kinderen te verlagen of mogelijk uit te sluiten (wiegendood, shaken baby syndroom, inentingen, obesitas, …). In die campagnes wordt niet geschroomd om in te spelen op het makkelijk te wekken schuldgevoel van ouders en vrije, persoonlijke keuze wordt niet als relevante factor in de ouderlijke besluitvorming beschouwd. Wanneer het echter gaat om de keuze voor wel of geen borstvoeding gaan die restricties van het sparen van de schuldgevoelens en het maken van persoonlijke keuzes ineens wel een rol spelen. Want, wat nu als een moeder geen borstvoeding kan geven? Of als het voor persoonlijk of sociaal gewoon erg slecht uitkomt om haar kind zelf te voeden? Geen borstvoeding geven is volgens de studie van Stuebe risicogedrag. Kinderen (in de geïndustrialiseerde wereld) die geen borstvoeding krijgen hebben een verhoogd morbiditeit en mortaliteit risico: meer infecties, meer obesitas als kind, meer diabetes 1 en 2, leukemie en wiegendood. Vrouwen die geen borstvoeding geven doen zichzelf daarmee ook geen gezondheidsplezier, zij hebben meer kans op pre-menopauzale borstkanker, eierstokkanker, langzamer verlies van zwangerschapskilo’s, type 2 diabetes, hartaanval en metabolisch syndroom. Dat zijn nogal harde boodschappen. Maar wel waard om verteld te worden. Wat er wel bij hoort natuurlijk is ouders die kiezen voor borstvoeding het ook op alle manieren mogelijk te maken die keuze ook uit te voeren. En met goede alternatieven klaar te staan als er ogenschijnlijk onoverkomelijke obstakels zijn. Stuebe A: The Risks of Not Breastfeeding for Mothers and Infants. Rev Obstet Gynecol. 2009, 2(4):222–231.